Vlees en zuivel zijn over hun hoogtepunt heen: plantaardige alternatieven zullen in 2025 een omzet halen van 7,5 miljard euro, berekende ING voor de Europese markt. Toch valt vlees eigenlijk niet in te halen.
Nog veertig jaar te gaan
De vlees- en zuivelconsumptie in de EU – nog even inclusief het Verenigd Koninkrijk – heeft zijn piek bereikt: ongeveer een kwart van de Europeanen verwacht dat hun vleesconsumptie zal dalen, wat ook al het geval is voor zuivel. Tussen 2010 en 2020 is de retailverkoop van vlees- en zuivelalternatieven in Europa daarentegen elk jaar met bijna 10% gegroeid, wat uiteindelijk meer dan een verdubbeling heeft opgeleverd. De verkoop van vleesvervangers steeg zelfs met 121%, van 625 miljoen euro in 2010 tot 1,38 miljard in 2020. Bij de plantaardige zuivel ging het van 1,5 miljard euro naar 3 miljard op tien jaar tijd.
Hoewel sommigen beweren dat vlees en zuivel zo uiteindelijk helemaal zullen worden vervangen door plantaardige alternatieven, geloven onderzoekers van ING niet dat dit realistisch is. De vervangers vertegenwoordigen op dit moment immers nog slechts 0,7% van de vleesmarkt en 2,5% van de zuivelmarkt. Zelfs uitgaande van de huidige sterke groei (+10%), zou het nog bijna tot 2060 duren vooraleer de alternatieven de vlees- en zuivelmarkt kunnen overtreffen.
Benelux bij topgebruikers
Drie barrières bepalen volgens ING hoe de toekomstige groei eruit zal zien. Prijs is daarbij een eerste factor: op dit moment zijn de vlees- en zuivelalternatieven nog licht duurder, en een volledige prijsgelijkheid voor alle types producten lijkt er niet in te zitten. Het tweede element is de gebruikerservaring: zal de smaak en de voedingswaarde nog verder verbeteren? Als derde cruciale factor is er de distributie en de beschikbaarheid, waar op dit moment zowel in de retail als in de horeca sterk aan wordt gewerkt. Zo kondigde McDonald’s net nog de lancering van een nieuwe lijn vleesvervangers aan.
Er zijn ook nog flinke verschillen tussen de Europese landen. Het Verenigd Koninkrijk is veruit de meest ontwikkelde markt, goed voor 440 miljoen euro in 2019. Naast het Verenigd Koninkrijk hebben ook Duitsland, Italië, Nederland en Frankrijk een retailomzet van meer dan 100 miljoen euro. De consumptie per persoon is het hoogst in Scandinavië, de Benelux en het Verenigd Koninkrijk, maar het laagst in Zuid- en Oost-Europa. Belgen geven gemiddeld 2 tot 5 euro per jaar uit aan vegetarische alternatieven, Nederlanders al meer dan 5 euro.
Kaas trekt zuivel naar beneden
Binnen de zuivel is er bovendien een groot verschil tussen kaasvervangers en alternatieven voor melk. Plantaardige ‘kazen’ zijn nog een premium- en nicheproduct, die ook moeilijker de eigenschappen van dierlijke kaas benaderen, terwijl melkalternatieven al bijna 10% van de Europese melkmarkt vertegenwoordigen. In België is dat zelfs 14%, in Nederland bedraagt het aandeel 12%. De totaalcategorie van zuivelalternatieven is door dat negatieve kaaseffect ‘slechts’ goed voor een marktaandeel van 3%.
Gezien het huidige investerings- en innovatieniveau in de voedingsindustrie en de bevoorradingsketen zullen de barrières in de komende vijf jaar wel aanzienlijk verlagen, besluit ING in zijn nieuwe onderzoeksrapport. Vooral veel vlees- en zuivelproducenten beseffen dat ze in een lagegroeimarkt zitten en kunnen het zich niet permitteren om consumenten te verliezen. Vooral producenten in het rund- en varkenssegment en in Noordwest-Europa zien hun omzet bedreigd en moeten dus overstag.
Bijgevolg zal de markt voor vlees- en zuivelvervangers naar verwachting groeien tot 7,5 miljard euro in 2025: 2,5 miljard euro voor vleesalternatieven en 5 miljard euro voor dierloze zuivel – al mag die term in de EU officieel niet meer worden gebruikt. Het Europese marktaandeel zal zo stijgen tot respectievelijk 1,3% en 4,1%.