Dankzij een samenwerking met Delhaize vindt Foodmaker de middelen om snel nieuwe restaurants te openen: niet alleen in de steden, maar ook in bedrijven. “Je helpt je mensen niet door ze frieten aan te bieden, wel met gezonde voeding.”
Groot groeipotentieel
“Vanavond openen we in Parijs ons kleinste restaurant ooit, op 40 m². Volgende week opent onze allergrootste vestiging, in Rotterdam, op 800 m². En vandaag kan ik onze overeenkomst met Delhaize bekendmaken. Het is crazy!” Foodmaker-topman Lieven Vanlommel klinkt hoorbaar trots wanneer we hem bellen naar aanleiding van het zopas aangekondigde huwelijk met de supermarktketen.
Het is een echte win-winsituatie, benadrukt hij: “Ik wil snel doorgroeien naar een landelijke dekking, maar ik heb de middelen niet. Een Foodmaker-restaurant openen kost drie- tot vierhonderdduizend euro. Die heb ik niet, Delhaize wel.” Komt daarbij dat de supermarktketen op zoek is naar nieuwe groeipaden: met meer dan 800 winkels is de ruimte voor verdere expansie immers eerder beperkt. Het potentieel voor gezonde restaurants is wel groot: “Na een analyse kwamen we op minstens zestig potentiële locaties. Er zijn nu al acht vestigingen getekend. Dit jaar openen er alvast drie, vanaf volgend jaar openen we minstens vijf restaurants per jaar, en dan gaan we kijken we hoe snel we kunnen gaan. Hoe meer, hoe liever.”
‘Hard franchise’
Aan de deal gaat een voorbereidend traject van anderhalf jaar vooraf. Het is een ‘hard franchise’-concept waarbij Foodmaker alles aanlevert, van het concept over de inrichting tot de producten. Delhaize zal met zelfstandige uitbaters samenwerken voor het runnen van de restaurants. “Dankzij deze overeenkomst kunnen wij ons concentreren op marketing, innovatie, de producten, de community. En op de ondersteuning van de restaurants, de opleiding van de mensen: we evolueren van een operationeel model naar een servicemodel.”
Het eerste restaurant dat door Delhaize wordt uitgebaat, is al open: het is Foodmaker Bascule, aan de Waterloosesteenweg in Ukkel. De eerstvolgende vestigingen komen in Mechelen en in Brussel-Noord. “Ik ben ongelofelijk blij met dit partnership. Restaurants uitbaten is nieuw voor Delhaize, maar ze geloven erin. De groep Ahold Delhaize heeft zijn fiat gegeven. Het is een enorme blijk van vertrouwen.”
Bedrijfsrestaurants
De consument is vragende partij voor gezonde voeding, zegt Vanlommel. “Niet alleen in de straat, maar nog veel meer binnen de bedrijven. Als bedrijf ben je toch verantwoordelijk voor je mensen. Hoe help je ze dan? Door ze gezonde voeding aan te bieden op kantoor, in plaats van frieten. Dat is nudging. Er zijn vandaag zo’n 2200 bedrijfsrestaurants, dus als je me vraagt wat het potentieel is, dan zeg ik: 2000…”
Het is geen grootspraak: in Nederland sloot Foodmaker begin dit jaar al een deal met cateraar Appèl: “Zij hebben in hun klantenbestand zeshonderd traditionele bedrijfsrestaurants waarvan ze minstens 10% willen ombouwen naar Foodmaker. Ook in België gaan we focussen op business-to-business. Onze restaurants bij Proximus, Engie of in bedrijvencentrum The Link zijn echte kanonnen.”
Onbemande shops
In samenwerking met Delhaize in België en met Appèl in Nederland opent Foodmaker de komende twee jaar elke maand gegarandeerd minstens één restaurant. “Dat zijn er 24 die al contractueel vastliggen. Maar mijn productie kan er tweehonderd aan, als we de juiste partners vinden. We hebben de ruimte”, verzekert Vanlommel. Daarnaast heeft Foodmaker een concept klaarstaan van volautomatische onbemande shops voor bedrijven. De eerste opent nog dit jaar in de RetailHub van RetailDetail, in de Antwerpse Stadsfeestzaal.
De deal met Delhaize is een opsteker na een bijzonder moeilijke periode waarin de gezonde restaurantketen zichzelf compleet moest heruitvinden. “We hebben gevochten op leven en dood, het afgelopen anderhalf jaar. Ik ben superblij dat ik nu met positief nieuws kan komen. Aan de coronacrisis kan niemand wat doen, en ik had liever aan de kant van de winnaars gestaan. De schade die we hebben opgelopen, kunnen we niet ongedaan maken, maar dat wil niet zeggen dat ons concept niet deugt. Het belang van gezonde voeding is nu nog groter dan voor corona. Maar als je het kapitaal niet hebt om te groeien, moet je het elders zoeken.”