Delhaize doet het onder een serre op het dak, Metro doet het in de winkel, onder aangepaste ledverlichting: groenten en kruiden kweken om ze ter plaatse te verkopen. Is het meer dan een marketingstunt?
Twee primeurs
De afgelopen weken kregen we in België twee opmerkelijke cases te zien van retailers die aan het tuinbouwen slaan. Eerst was er Metro Antwerpen-Noord, dat uitpakte met een installatie van de Duitse startup Infarm: op 25 vierkante meter worden in de winkel kruiden en bladgroenten geteeld onder uitgekiende ledverlichting. Het is de eerste volwaardige instore installatie voor Infarm, na een kleinschaliger pilootproject bij Metro in Berlijn.
Dan was er Delhaize, dat aankondigde dat het vanaf volgend jaar kerstomaten, sla en aubergines gaat telen in een moestuin van 320 vierkante meter op het dak van een supermarkt in Elsene. Een beetje naar het voorbeeld van Wholefoods in Brooklyn (zie foto), maar wel een Europese primeur. Betekent dit nu dat supermarkten gaan concurreren met tuinbouwers en veilingen?
Verschillende benaderingen
Het gaat om twee zeer verschillende benaderingen. Een tuin op het dak is in principe niets anders dan een moestuin zonder meer, alleen gebruik je de schaarse oppervlakte in de stad efficiënter en draag je bij tot de biodiversiteit. De lokale teelt maakt vervoer over de weg overbodig: de enige weg die de groenten nog afleggen is langs de trap naar beneden, naar de groenteafdeling in de winkel.
Het telen van groenten onder ledverlichting is een hoogtechnologische aanpak van tuinbouw: het aangepaste lichtspectrum zorgt ervoor dat de plantjes een optimaal groeiproces doormaken en dat ze ook voedzamer en lekkerder zijn. Er worden volstrekt geen bestrijdingsmiddelen gebruikt. De productiemethode is efficiënter (men kan op verschillende niveaus boven elkaar werken) én levert superieure kwaliteit. Bovendien kan men gaan telen op onmogelijke plaatsen: in Londen lopen projecten in verlaten schuilkelders en metrogangen bijvoorbeeld.
Metro en Delhaize versierden heel wat media-aandacht met hun initiatieven. Toch ontkennen beide retailers dat het om louter marketing gaat. Stadstuinbouw is een antwoord op verstedelijking en bevolkingsgroei. De teelt kan rendabel worden.
Economische onzin
Maar niet iedereen is overtuigd. Toen ik hier recent over sprak met Hein Deprez van Greenyard Foods reageerde die sceptisch: “Champignons kweken we al jaren in lagen. Zo nieuw is dat allemaal niet.” Hij zag niet in hoe stadstuinbouw ooit de schaal zou kunnen bereiken die de traditionele landbouw vandaag vertegenwoordigt.
Inderdaad: dure winkeloppervlakte opofferen aan zo’n serre lijkt pure economische onzin. Wellicht hoeft de tuinbouwsector zich voorlopig dus geen zorgen te maken. De projecten beperken zich tot kleinschalige tests met specifieke variëteiten. Op de langere termijn echter zal één of andere vorm van stadstuinbouw wellicht wél verder doorbreken. Niet enkel in of op de supermarkt. Verschillende restaurants experimenteren al met eigen groenteserres. Ook kantoor- en andere bedrijfsgebouwen kunnen dienstdoen. We zullen elke vierkante meter kunnen gebruiken.
En meer mensen kweken wat groenten en kruiden thuis. Het is fun. Toegegeven, de sla op mijn terras is wellicht niet goedkoper dan in de supermarkt als ik alles meereken, maar verser is hij wél, en lekker ook.