Sinds 2010 verdubbelde het aantal grensaankopen in Frankrijk voor voeding. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van GfK. De voedingsindustrie vraagt maatregelen.
100 miljoen euro
Onderzoek van GfK bij 5.000 gezinnen toonde al eerder aan dat Belgen in 2015 voor 723 miljoen euro voeding en dranken aankochten in onze buurlanden. De grensaankopen zitten bovendien duidelijk in de lift: sinds 2008 kochten Belgen 40% meer over de grens.
Vooral Franse supermarkten zien steeds meer Belgen aan de kassa, blijkt nu. “Sinds 2010 verdubbelde het aantal grensaankopen richting Frankrijk. We verliezen vandaag ongeveer 100 miljoen inkopen aan onze zuiderburen alleen al, om nog te zwijgen over Nederland, Luxemburg en Duitsland. Dat zijn zorgwekkende cijfers want elke euro die we uitgeven in de buurlanden is een verlies voor de Belgische economie,” waarschuwt Chris Moris, directeur-generaal bij Fevia, de federatie van de voedingsindustrie.
1 op 3 Belgen is grensshopper
Uit het nieuwe onderzoek komt een duidelijk profiel van de Belgische grensshopper naar voor. Het gaat om consumenten die meestal niet trouw zijn aan één winkel of merk en die prijsgevoelig zijn. De Belgische grensshopper woont gemiddeld op 18 kilometer van een van de buurlanden.
Dat veel Belgische consumenten voldoen aan deze beschrijving blijkt uit de cijfers: vandaag gaat 1 op 3 Belgen minstens één keer per jaar over de grens om voeding en drank aan te kopen. 22,7% doet dat zelfs 2 keer of meer per jaar. Leeftijd en inkomen blijken dan weer geen invloed te hebben op het shoppingsgedrag over de grens.
Uit het onderzoek van GfK blijkt nog dat binnenkort een kwart van de Belgen 2 keer of meer per jaar over de grens voeding en dranken zullen aankopen en dat die groep dat steeds vaker zal doen. Belgen die éénmaal hebben “geproefd” van grensaankopen zullen steeds vaker en meer voeding over de grenzen aankopen. Daardoor dreigt de Belgische economie nog een extra 150 miljoen euro te mislopen.
Taksstop nodig
Volgens Fevia dreigt er een sneeuwbaleffect te ontstaan door een opeenstapeling van taksen en heffingen. “We hebben al hogere btw-tarieven dan onze buurlanden, een verpakkingsheffing, hogere accijnzen, het Groene Punt, de zogenaamde gezondheidstaksen, enzovoort,” aldus voorzitter Jean Eylenbosch.
“Wij stellen een aanpak voor op twee fronten. We pleiten ten eerste voor een taksstop: bijkomende taksen en heffingen op voeding en dranken zijn uit den boze als we jobs in ons land willen houden. Daarnaast blijft ook het wegwerken van de loonkostenhandicap en de energiekostenhandicap waar onze bedrijven mee kampen een prioriteit.”