De Belgische voedingsindustrie is vorig jaar met ongeveer drie procent gegroeid, maar dat was volledig te danken aan de export. De binnenlandse markt moest immers, voor het eerst in tien jaar, een daling slikken.
“Melkkoe”
Volgens sectorfederatie Fevia zijn de hoge accijnzen in België de grootste factor voor die daling van 1,7%. De organisatie wijst daarvoor naar de grensaankopen, waarbij de Belgische consument net over de grens zijn inkopen doet: die in 2016 met 8% zijn gestegen.
Fevia vraagt dan ook aan de regering om de accijnzen aan te pakken, omdat die steeds verhogen niet langer het gewenste effect heeft. “We willen niet langer de melkkoe zijn om de gaten in de overheidsbegroting te vullen“, zegt Jean Eylenbosch, voorzitter van Fevia, aan de VRT. “Jaarlijks worden accijnzen verhoogd, als een makkelijke manier om tekorten in de begroting op te vangen. Maar op termijn werkt dat averechts. Want uiteindelijk gaan er jobs verloren en dat zorgt dan ook weer voor druk op de overheidsuitgaven. Je moet bijna een dommerik zijn om geen inkopen te doen over de grens.”
Export
Ook de grote ketens kopen hun producten steeds vaker in het buitenland. Vanwege de grote concurrentie moeten ze de prijzen immers zo laag mogelijk houden en dus gaan ze op zoek naar de goedkoopste oplossing, zelfs al ligt die buiten België.
In het buitenland doen de Belgische producten het wel nog steeds goed: volgens Fevia heeft dat te maken met de hoge kwaliteit. Bovendien wordt er een meer divers aanbod naar steeds meer landen geëxporteerd. Zo zijn de Belgische appelen sinds kort bezig aan een opmars in India.