De melkprijs is in ons land gisteren gezakt tot 21 cent per liter. Een dag eerder was de prijs in Duitsland voor het eerst ooit onder de 20 cent per liter gezakt. Aanleiding voor de kelderende prijs is het onevenwicht tussen vraag en aanbod.
Groeiend aanbod, haperende vraag
Milcobel, de grootste coöperatie van het land, maakte gisteren de melkprijs voor april bekend: 21 cent per liter. Alweer een cent minder dan vorige maand. “Het gaat om het laagste niveau sinds 2009”, zegt Roel Vaes, adviseur melkveehouderij bij de Boerenbond, aan persbureau Belga.
De melkprijs gaat al sinds eind 2014 in dalende lijn. Naar de verklaring is het niet ver zoeken: het aanbod stijgt (onder meer door het verdwijnen van de quota) terwijl de vraag hapert. Alleen al vorig jaar is op de belangrijkste wereldmarkten (Europa, de Verenigde Staten, Nieuw-Zeeland, Australië) zes miljard liter extra gemolken. Maar de vraag volgt die trend niet, onder meer als gevolg van het Russische embargo en van de tragere groei van de Chinese economie.
“Kans op faillissementen reëel”
“Die lage prijs zorgt voor heel wat spanning op vele melkveebedrijven”, luidt het bij de Boerenbond. Een melkveehouder moet gemiddeld 32 cent per liter krijgen om enkel uit de kosten te raken, dus zonder een cent te verdienen.
“Zelfs bedrijven die het goed doen, krijgen het zo heel moeilijk”, aldus Vaes. Verscheidene melkveebedrijven zijn intussen gestopt. “De kans op faillissementen is reëel.”
België telt nog altijd zo’n 8.000 melkveehouders, van wie de helft in Vlaanderen en de helft in Wallonië. Vlaanderen is wel goed voor zowat twee derde van het productievolume.