Als gevolg van diverse campagnes om het vleesverbruik te minderen, zijn de vleesaankopen in ons land sterk teruggevallen en sluit elke week een slagerij de deuren. De overblijvende beenhouwers verruimen hun activiteiten vaak met traiteursdiensten.
Verbruik daalt
Onderzoek van GfK Belgium wees uit dat de aankoop van vlees voor thuisverbruik tussen 2002 en 2015 met meer dan een kwart daalde. In 2002 ging het nog om 27,1 kg per persoon, in 2015 viel dat terug tot 19,9 kg. Vleesmengelingen (36%), varkensvlees (31%) en rundsvlees (25%) blijven populair. Daarnaast kocht een gemiddelde Belg ook nog zo’n 10 kg pluimvee en gevogelte en 6 kg vis.
Vooral de kleinere soorten als paarden- en orgaanvlees worden minder gekocht, maar ook runds- en kalfsvlees ligt minder goed in de markt. Voor varkensvlees bleef de consumptie de jongste jaren dan weer constant. De globale terugloop van de vleesaankopen wordt onder meer toegeschreven aan de diverse campagnes om het verbruik te verminderen. Eén op de tien Vlamingen eet nu minstens drie keer per week geen vlees of vis, terwijl dat in 2011 nog beperkt bleef tot één op de twintig.
Volgens het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing blijft thuis de belangrijkste consumptieplaats voor voeding in het algemeen en voor vlees en gevogelte in het bijzonder. Voor deze laatste categorieën vindt zelfs drie vierde van de consumptiemomenten thuis plaats.
Gevolgen voor slagers
Dit alles heeft ook gevolgen voor het aantal slagers: hun aantal daalde van zo’n 4.100 in 2009 naar 3.645 in 2015. Momenteel sluit zowat elke week een beenhouwer de deuren. Het vinden van een opvolger blijkt steeds moeilijker te worden.
De slagers die overblijven, vangen de daling op met een verruiming van het aanbod. “De tijd dat je bij de slager enkel vlees en charcuterie kon kopen, is al lang voorbij”, zegt Christine Mattheeuws van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) in het Nieuwsblad. “Om te overleven, zijn slagerijen geëvolueerd naar allround voedingswinkels die inspelen op onze veranderde en bredere voedingspatronen. Bijna vier op de tien bieden dag in dag uit vegetarische producten en gerechten aan.”