Als de inflatie in België anderhalve keer hoger ligt dan in de buurlanden, ligt dat niet aan de detailhandel. Zo reageert Comeos, het vroegere Fedis, op het jaarverslag van het Prijzenobservatorium. Deze afdeling van het Instituut voor Nationale Rekeningen had gesteld dat supermarkten de voedselprijzen kunstmatig hooghouden door bij prijsdalingen van grondstoffen niet de winkelprijzen te verlagen, maar de winstmarges te vergroten.
Kunstmatig prijspeil
Prijsstijgingen worden volgens het Prijzenobservatorium echter wél doorgerekend aan de klant, waardoor de Belgische inflatie vorig jaar met 2,3% bijna anderhalve keer zo hoog ligt als in de buurlanden. Federaal minister voor ondernemen Van Quickenborne kondigde daarop maatregelen aan. De Raad voor de Mededinging heeft alvast een onderzoek geopend naar voedselprijzen in de supermarkten.
Comeos neemt de handschoen op
Deze beschuldigingen zijn potsierlijk, volgens belangenorganisatie voor handelaars Comeos. Zij wijzen erop dat net de handelaars ervoor zorgen dat de prijzen nog enigszins laag blijven, voor zover ze daar invloed op hebben. Daarvoor verwijst Comeos vooral naar het verschil in evolutie tussen huismerken en A-merken. De evoluties van de huismerken, waar de handelaars meer invloed op hebben, volgen vrij nauwgezet de grondstofprijzen. De A-merken, waar de leveranciers in feite de prijsbepaling doen, doen dit veel minder.
Daarnaast verwijst Comeos naar een reeks prijzen die ook continu stijgen, en die handelaars wel moeten doorrekenen aan de klanten. Loonkosten bijvoorbeeld, maar ook elektriciteit, gas, transport… Bovendien gebeurt het ook vaak dat de leverancier “vergeet” grondstofprijsdalingen door te rekenen, waardoor de handelaar zijn prijzen ook hoger moet houden. Al deze prijsstijgingen samen zorgen ervoor dat de omzet van de handelaars stijgt, maar dat de rendabiliteit toch daalt. De handelaars maken zich dan ook sterk dat het onderzoek van minister Q en de Raad voor de Mededinging hen zal vrijpleiten.