Heineken ontslaat 8.000 medewerkers, goed voor zo’n 10% van het volledige personeelsbestand. Ook in 2021 verwacht de brouwerijreus immers nog weinig herstel van de coronacrisis.
Nog geen beterschap
De eerste helft van dit jaar zal nog sterk in het teken staan van de coronapandemie, met alle negatieve gevolgen vandien voor de bierverkoop, zo verwachten ze bij Heineken. Pas in de tweede jaarhelft gaat CEO Dolf van den Brink een “geleidelijke verbetering”. 2021 wordt dus geen ‘grand cru’, met zowel omzet, bedrijfswinst als winstmarge die naar verwachting lager zullen uitkomen dan in 2019.
Heineken zet daarom zijn in oktober aangekondigde besparingsplannen door. De bierproducent wil de personeelskosten met 350 miljoen euro en schrapt daarom 8.000 banen. Dat is bijna 10% van de in totaal zowat 85.000 medewerkers wereldwijd. Oorspronkelijk vreesde het bedrijf weliswaar zelfs tot 20% van de werknemers te moeten ontslaan.
In het rood
Over het afgelopen jaar zakte de omzet met 17% tot 23,8 miljard euro. Omdat de marges in de nu veelal gesloten horeca hoger liggen, kelderde ook de bedrijfswinst met bijna 80% naar 778 miljoen euro. De nettowinst eindigde zelfs 204 miljoen euro onder nul. Dat eind januari amper 30% van de horecaklanten van Heineken alweer aan de slag waren, toont aan hoe de ellende voortduurt.
Vooral op de hoofdkantoren, zowel in Amsterdam als regionaal, wordt bespaard. Ook is het de bedoeling om in te zetten op efficiëntere productie, meer digitale verkoop en een update van het aanbod. Zo wil de brouwerijgroep zich sterker gaan positioneren binnen het premiumsegment en in de groeiende categorie van de alcoholvrij bieren. Vorig jaar heeft Heineken zich bovendien aan een nieuwe drank gewaagd, namelijk het populaire ‘hard seltzer’. Tegen 2023 wil de groep 2 miljard euro besparen.
Ook concurrent AB InBev kondigt tegelijkertijd een, weliswaar kleinere, herstructurering aan: de brouwerijgroep haalt de productie van Stella Artois weg uit de fabriek van Jupille, omdat het personeel er te veel staakt.