Naar jaarlijkse gewoonte organiseren de sectororganisaties van de biologische landbouw begin juni een BioWeek om bio onder de aandacht te brengen en te promoten. We spraken met Marijke Van Ranst van BioForum.
Vleesvervangers
Welke evoluties ziet u zoal in de biomarkt?
“Het bio-aanbod groeit zowel in de biowinkels en de biosupermarkten als in de reguliere supermarkten. Samen met een grotere beschikbaarheid stimuleert dat groeiende aanbod velen om meer bio te kopen. De totale Belgische besteding aan biologische producten groeide in 2016 met 12% tegenover het jaar voordien, goed voor 586 miljoen euro. Het aantal kopers die op jaarbasis minstens eenmaal een bioproduct kopen, steeg vorig jaar tot boven de 90% en bereikte zo zijn hoogste peil. In verse voeding is het marktaandeel van bio gestegen van 2,7% naar 3%. Het grootste marktaandeel hebben de biologische vleesvervangers. Een op de vier gekochte vleesvervangers is biologisch. Bio-aardappelen en bio-eieren noteerden in 2016 de sterkste groei.” (Bron: GfK in opdracht van Vlam)
Hoe verhoudt de supermarkt zich tot de gespecialiseerde distributiekanalen?
“Met een marktaandeel van 41,5% in de totale verkoop van biologische producten zijn de klassieke supermarkten het grootste afzetkanaal voor bio. Dat marktaandeel is relatief laag in vergelijking met de algemene verkoop van voeding doordat de gespecialiseerde biowinkels sterk staan qua diversiteit van hun assortiment, met algauw 20.000 referenties. De laatste paar jaren zien we voornamelijk evolutie in de harddiscount, die een relatief kleine speler op de biomarkt blijft, maar wel een sterke groeier (van 5,5% naar 9,4%).”
Huismerken
Zijn er grote verschillen tussen beide qua prijsniveaus, promotie, marketing?
“Hét grote verschil is uiteraard het uitgangspunt van beide kanalen. De gespecialiseerde kanalen bieden een heel breed bio-assortiment aan, met tal van referenties per producttype. Klanten kunnen dus kiezen tussen allerlei bioproducten, ook tussen goedkopere en duurdere. In het gespecialiseerde kanaal spelen biomerken en hun marketing een belangrijke rol. In de supermarkt is het bio-aanbod beperkter en ligt het naast de gangbare producten. Er is vaak geen keuze per producttype en de promotie is vaak gekoppeld aan specifieke momenten waarop bio onder de aandacht komt.”
Hoe is het gesteld met het aanbod en de ontwikkeling van huismerken in bio?
“Een groot deel van het bio-assortiment van een supermarkt situeert zich in het huismerk, maar een aantal biomerken staan wel sterk bij het brede publiek en veroveren hun plaatsen in de rekken. Huismerken zijn echter dominant en blijven zich nog verder ontwikkelen, net als in het gangbare aanbod trouwens.”
Vindt u de kritiek die de bio-landbouw soms krijgt (bv. rentabiliteit) terecht?
“Helemaal niet. De foute veronderstelling van veel theoretici is dat er een productieverhoging nodig is om de wereld te voeden. Die redenering wordt ons opgedrongen als drogreden om een niet-duurzaam landbouwbeleid te verantwoorden, of om de biologische sector ggo’s op te dringen en biologische landbouw af te doen als naïef en niet productief genoeg. Intussen heeft het gangbare voedselsysteem, ondanks de gerealiseerde productieverhoging, in de afgelopen decennia de honger in de wereld niet opgelost, maar er zijn intussen meer overvoede dan ondervoede mensen.”
“Het voedselprobleem oplossen is complex en vergt een transitie op heel wat domeinen. Met louter een productieverhoging lossen we niets op. Overigens, met meer onderzoek en investeringen in biologische landbouwmethoden kan de productie van biologisch wellicht nog stijgen. Biolandbouw is ook veerkrachtiger en presteert beter bij extreme droogte, wat met de klimaatuitdagingen niet onbelangrijk is.”
Effectieve garanties
Doet de reguliere landbouw tegenwoordig ook veel moeite om ‘clean’ te zijn?
“Een landbouwsysteem met de nadruk op productiviteit en specialisatie komt onder druk te staan. Schadelijke effecten van specifieke producten en praktijken op omgeving en gezondheid komen aan het licht. Ook al zet de reguliere landbouwsector stappen, het verschil met een echt ecologische productie is nog steeds groot.”
“De groeiende beweging ‘Voedsel Anders’ pleit voor voedselproductie volgens agro-ecologische principes, dus niet enkel ecologisch geproduceerd, maar ook eerlijk betaald en met respect voor keuzes van lokale producenten en consumenten. Ook de internationale biologische sector heeft faire handel en respect voor mensen in zijn visie ingebed en gaat dus verder dan wat in de normen vastligt. Biologisch staat dus voor meer dan enkel het niet gebruiken van bepaalde middelen.”
Is het mogelijk om heel ecologisch te werken en toch niet onder bio te vallen?
“Jazeker! Het verschil is dat de biologische landbouw de enige, onafhankelijk gecontroleerde productiemethode is die effectief garanties biedt. Vooraleer een voedingsproduct ‘biologisch’ genoemd mag worden, moet het voldoen aan de normen van de Europese biowetgeving én moet het bedrijf daarop gecontroleerd worden. Pas na controle en certificering mag het zijn product als bio verkopen. Die controle vindt minstens jaarlijks plaats. Staat op een product dus het Europees biolabel, dan kun je er zeker van zijn dat het voldoet aan wettelijke normen voor bio die een pak strenger zijn dan die voor de niet-biologische productie.”