De korte keten groeit in coronatijden: in de eerste lockdown kochten 44% meer Belgische gezinnen vlees op de boerderij. Maar vergis u niet: dat zijn er nog steeds heel weinig.
Niche in opmars
Sinds de coronapandemie kopen Belgen weer meer bij de boer: vorig jaar kochten 40% meer gezinnen bij lokale landbouwers. Ze gingen dan vooral naar de hoeveslager, want het volume vers vlees steeg met 55% of 1600 ton. Er kwamen vorig jaar ook een recordaantal nieuwe hoevewinkels bij. Vlaanderen telt op dit moment ongeveer 3000 korteketenproducenten.
Toch blijft het een erg kleine niche: slechts 2% van de Belgische gezinnen koopt minstens één keer per jaar vers vlees op de hoeve. Tijdens de eerste lockdown bereikte hoevevlees 1,34% van de Belgische gezinnen, tegenover 0,93% in het tweede kwartaal van 2019. Dat berekende het Steunpunt Korte Keten. Er zijn ook alleen cijfers over vlees bekend, omdat de andere kanalen nog te klein zouden zijn.
Het zijn vooral 50-plussers die hun weg naar de korte keten vinden, maar verleden jaar was er een toename bij de andere leeftijdsgroepen. Ook komt uit marktonderzoek naar voren dat bijna één op de twee (47%) Vlaamse consumenten ‘oorsprong’ belangrijk vindt bij de aankoopbeslissing en dat Vlamingen de lokale economie willen steunen.