Voorgoed voorbij: het tijdperk van goedkope voeding. Maakt mogelijk een comeback: de voedselbon. Is actueler dan ooit: het magische woordje ‘gratis’. Laat u echter niet in de luren leggen. En al zeker niet door Filet Pur: onbetaalbaar, namelijk.
De terugkeer van de voedselbon
Filet Pur haalt niet elke week een kop in De Standaard, maar deze week dus wél: “Prijzige filet pur komt restaurants duur te staan”, stond er. Ja mensen, kwaliteit heeft z’n prijs hé. 40 euro de kilo. Groothandelsprijs, wel te verstaan. Dat wordt dus 40 euro per couvert in de gelagzaal. Wil je daar dan nog een Médoc uit een goed jaar bij, dan wordt het helemaal mooi. Gevolg: dat exquise stukje mals vlees verdwijnt van menig restaurantkaart, teneinde het cliënteel niet in shock te brengen, zo blijkt. Kijk, nu verdienen de boeren er eindelijk iets aan, is het wéér niet goed.
Tja, het gouden tijdperk van de goedkope voeding is helaas voorbij. Dat zeg ik niet, dat zegt Justin King, de baas van de Britse nummer twee Sainsbury’s. Er zal opnieuw een hoger aandeel van het gezinsbudget naar eten gaan. En supermarkten kunnen daar helemaal niks aan doen, voegde hij eraan toe: zelfs als ze hun schamele marge van pakweg 3% volledig laten vallen, zou dat geen verschil maken voor consumenten. Hij pleit voor gerichte staatsinterventie, om de mensen bij te staan die uit de boot dreigen te vallen. Noteer: de voedselbon gaat terugkeren van nooit helemààl weggeweest.
Zin voor understatement
En heeft die topman geen punt? We zijn verwend geweest de afgelopen decennia. Het gratis voedsel werd ons naar het hoofd gesmeten dat het een lieve lust was. Het kon niet op, met dank aan grootschalige – en milieuverwoestende – massaproductie. Ooit was kip een luxeproduct voor de zondag. Hetzelfde gold voor zalm. En vandaag? Banale basisproducten zijn het, waarop iedereen zogezegd recht heeft, elke dag. Maar niet lang meer, dus. Lekker eten wordt opnieuw iets voor de rijken, zoals in de goede oude tijd (die uiteraard enkel goed is omdat hij voorbij is).
Oh ja? Behalve dan bij Delhaize. Echt waar, de hele maand 5% korting in m’n pas verbouwde winkel, daar bovenop nog eens 700 SuperPluspunten (goed voor 7 euro netto), talloze 1+1, 2+2 en 3+3 acties, een hoop niet altijd even goed gepersonaliseerde e-deals en uiteraard die gezonde Nutri-Boost kortingen… Het kan gewoon niet op. “We zetten sterker in op koopkracht”, bevestigt VP Fresh & Strategic Sourcing Jonathan Hertog, die komt spreken op het onvolprezen RetailDetail Food Congress op 9 juni. Welja, het is eraan te merken. Enige zin voor understatement is hem niet vreemd.
Per opbod
Dat moest ik dus toch even aftoetsen bij de concullega’s. De conclusie? Inderdaad, de strijd om mijn magere shoppingbudget verhevigt zienderogen. Ik ga mezelf als klant per opbod moeten verkopen denk ik. In de folder van Carrefour deze week: een ware lawine aan 1+1 gratis promoties. Bij de collega’s van Albert Heijn: méga kleine prijsjes, en 25 euro korting op m’n onlinebestelling. Zelfs bij Spar is het van gratis hier en gratis ginder. Perceptie-oorlog? Nou moe.
De échte prijsvechters laten zich niet zo gauw van de wijs brengen. Het is business as usual bij Aldi en Lidl. Ze worden slapend rijk, nu shoppers met de tranen in de ogen weer terugkeren naar de vertrouwde winkel die ze tijdens die hele coronapandemie schandelijk links hadden laten liggen. En wat stelt Colruyt daar tegenover? Niks, want ze zijn toch al de goedkoopste. Dat marktaandeel kruipt nu vanzelf weer omhoog, met dank aan gekke Vlad. Of toch: Een gratis fles wijn, als ik volgende week voldoende kom besteden. Een bescheiden Côte du Rhône Villages, maar toch. Wegens lang weekend is dat.
Magische grens
Bij Lidl hoor je ze trouwens niet klagen: de discounter doorbrak afgelopen boekjaar de magische grens van de 100 miljard euro. Van harte gefeliciteerd! De nieuwe grote baas had zich geen betere start kunnen dromen. Winkelopeningen en prijsverhogingen: een winnende combinatie. Over de marges communiceren ze niet. Dat deden de Amerikaanse collega’s Walmart en Target dan weer wél. En wat blijkt? Ja, die omzet, dat is geen probleem, maar geld verdienen? Ho, maar. Prijskopers zijn niet goed voor de marges. Foodretailers zitten in de hoek waar de klappen vallen, momenteel. Toch zeker op de beurs. Deal with it.
En de e-commercegroei valt stil. Toch voegen ze bij Albert Heijn opnieuw 50 postcodes of 250.000 gezinnen toe aan hun onlineomzetpotentieel. 60% van Vlaanderen kan zich nu de boodschappen aan de voordeur laten bezorgen door Appie. Of ze dat ook doèn, is een andere vraag. Online zijn klanten toch wat duurder uit: niet alleen wegens bezorgkosten maar ook omdat de kortingenstrijd daar minder hard gespeeld wordt. Wegens een marktleider die nog steeds volhoudt dat onlineprijzen en winkelprijzen niks met elkaar te maken hebben. Maar dan ook echt hélemaal niks.
Vlees zonder voetafdruk
En dan nog dit: wat zouden prijsbewuste foodshoppers dan vinden van diervriendelijk écht vlees waar toch geen beest voor naar het slachthuis werd gevoerd? 100% schoon, veilig en smakelijk rundvlees met een nauwelijks noemenswaardige ecologische voetafdruk? Mag dat iets kosten? U herinnert het zich misschien: die allereerste kweekvleesburger die aan het publiek werd voorgesteld, in 2013, kostte een slordige 250.000 euro.
Intussen is er veel veranderd: in Tel Aviv en Singapore serveren pop-up restaurants al proevertjes van kweekvlees, om het publiek te laten wennen aan het idee. Ook in Europa zal de goedkeuring volgen, waarna een doorbraak onvermijdelijk wordt. Althans, dat beweert Martijn Everts van kweekvleespionier Mosa Meat. Hij komt zijn bewering hard maken op het RetailDetail Food Congress, op 9 juni in Antwerpen: het zal geen vijf jaar meer duren, voorspelt hij zelfs. Hey, tegen dan is die hele crisis allang voorbij, toch?
Investeren in kennis is altijd een goed idee: bestel dus alvast uw tickets voor dat veelbelovende congres via de knop hieronder. En verder: tot over twee weken, want Filet Pur maakt de brug. U niet misschien?