Terwijl foodretailers het seizoen van de transparante win-wingesprekken op gang trekken, kruipt Filet Pur in het hoofd van de patron van de grootste retailer van het land. Figuurlijk toch. Als dat maar goed afloopt!
Een kort moment van meditatie
Een eenvoudig maar stijlvol kantoor met uitzicht op een glooiend agrarisch landschap: wie de zware taak heeft om dagelijks leiding te geven aan meer dan dertigduizend grotendeels stuurloze medewerkers in uitdagende coronatijden, leert de kleine dingen in het leven te waarderen. Elke dag kleurt dat lappendeken van landbouwpercelen ten oosten van Halle toch weer nét even anders, wat wel eens tot een kort moment van meditatie inspireert.
Toch kon dit schilderachtige panorama de gereputeerde topmanager vanochtend weinig vreugde inboezemen. Somber staarde hij voor zich uit, een bekertje dampende kruidenthee in de hand. “Wat een zonde,” sprak hij tegen niemand in het bijzonder. “Wat een verspilling, wat een zinloze versnippering. Dat kan toch allemaal veel efficiënter?”
– “Had u het over het nieuwe regeerakkoord, baas? Dat statiegeld is nog niet voor morgen, hoor. En dat ze Amazon gaan belasten, dat is toch goed nieuws?” Een strak in het pak zittende man was de ruimte binnengekomen, een wegwerpmondkapje onder de kin en een stapel kranten onder de arm.
Nul marketingverstand
– “Nee, Marc. Die keuterboertjes daar.” Hij wees uit het raam. “Het is tragisch: samen duurzame meerwaarde creëren is wel het laatste waar die pipo’s mee bezig zijn. Een beetje overleg is al teveel gevraagd. Dat doet maar op. Nul marketingverstand. Eerst massaal Conférence aanplanten, en dan klagen dat ze met de gebakken peren zitten. Nu gaan ze weer met z’n allen aubergines telen, omdat die hippe Ottolenghi dat wel eens in z’n kookboeken gebruikt. Drie keer raden wie er volgend jaar met overschotten zit. Is er nu echt niemand die daar een beetje structuur in brengt?”
– “Euh, de Boerenb…”
– “De Boerenbond? Hebt ge gelezen wat die over mij durven zeggen? En het Algemeen Boerensyndicaat? Ze noemen mij een feodale kasteelheer. Ze beweren dat ik terug naar de middeleeuwen wil. Alleen maar omdat ik de grootste én slimste boer van het land wil worden. Achter mijn lidgeld kunnen ze fluiten. Ik heb toch gewoon geen keuze? Kijk, als de boeren niet willen telen wat wij nodig hebben, dan moeten wij het zelf wel doen, hé. Waardengedreven vakmanschap heet dat. Toch?”
De trouwe medewerker – in wie aandachtige waarnemers de COO van het bedrijf hadden herkend, mochten ze een vlieg op de houten lambrisering zijn geweest – besloot wijselijk zich op de vlakte te houden.
Bedenkelijk projectje
Nochtans was de geplaagde roerganger de week behoorlijk goed gehumeurd doorgekomen. Op de aandeelhoudersvergadering klonk geen valse noot: hij had de beleggers opnieuw een minimumwinst van 380 miljoen euro kunnen beloven, corona of geen corona. De Colruytwinkels, die tijdens de lockdown voor het eerst marktaandeel waren verloren, kregen opnieuw meer klanten over de vloer. Enfin, er mocht achteraf voor één keertje Marquis de Villon worden ontkurkt in plaats van cava van Gran Baron.
Enkele dagen voordien had hij al goedkeurend geknikt toen z’n inkoper dranken een exclusiviteitscontractje had binnengehaald voor de lancering van een nieuw blond bier met een naar verluidt subtiele rooksmaak. Beetje bedenkelijk projectje misschien, maar goed, de primeurs moeten niet altijd voor Delhaize zijn. En het nieuws dat Mondelez, de grootste leverancier in het voor Colruyt zo belangrijke koekjesrayon, een mooie winststijging verwacht, kwam ook al niet als een verrassing, net zomin als de mooie cijfers van PepsiCo: de coronakilo’s zijn meer dan zichtbaar bij de collega’s die zich nog de moeite getroosten om naar kantoor af te zakken, bedacht de CEO. Bij de anderen is het vermoedelijk nog erger. En dat een chocoladedwerg als Meurisse zich denkt te herlanceren zonder de hulp van het supermarktkanaal, och, dat moeten ze dan zelf maar weten.
Een gênante lofzang
– “Onze leveranciers boeren goed, Marc. Ze hebben geld op de bank. Dat kan beter renderen, denkt ge niet? Ik ga ervan uit dat we het seizoen van de transparante win-win gesprekken nu wel officieel kunnen openen?”
– “We zijn ermee bezig, baas. Geen zorgen.”
– “Bon, ik heb een hongertje. Wat staat er op het menu bij Marie-Rose vandaag? Zo’n pompoenlasagne met ricotta, dat zegt me wel iets. En gij?”
– “Euh, het is Rose Mary, baas. En ze levert alleen in Brussel. Halle is te ver met de fiets.”
– “Echt? Wie heeft dàt nu weer beslist? Moet ik hier nu werkelijk àlles zelf doen?”
Terwijl de getergde topman op hoge benen zijn kantoor verliet, wierp zijn operationele rechterhand een blik op de kranten die hij bij zich had. Z’n oog viel op een vette kop in La Libre: “Qui est Jef Colruyt, le patron du distributeur hallois Colruyt?” Een gênante lofzang die de superlatieven kwistig in het rond strooide. Grote foto erbij, ook dat nog. “Hm, ik denk dat ik deze nog eventjes bij mij ga houden,” besloot hij. “Straks gaat hij nog naast z’n klompen lopen.”
Elke gelijkenis met bestaande personen of gebeurtenissen berust uiteraard op louter toeval. Tot volgende week!
Elke vrijdag een overzicht van het FMCG-nieuws in uw mailbox? Meld u hier aan voor onze gratis RetailDetail Food Newsletter.