Communautaire spanningen, spontane stakingen, foodretailers die het noorden én het zuiden kwijtraken, marketeers op zoek naar inspiratie en één onbetwiste winnaar van de foodweek: Filet Pur zet ze op een rijtje.
Dubbel zo hard
In dit land is álles communautair, en dus ook de foodretail. Dat bleek woensdagochtend, toen de vijf Brusselse winkels van Intermarché by Mestdagh onverwacht de deuren dichthielden. De oorzaak? De huismerken van de retailer hebben ééntalig Franse etiketten en dat mag niet in de tweetalige hoofdstad. Je wil geen manifestatie van de N-VA voor je winkeldeur, maar het werd dus een piket van de vakbonden. De winkelmedewerkers hadden namelijk geen zin om manueel alle verpakkingen van een zelf uitgeprint Nederlandstalig etiket te voorzien, en ze wilden evenmin dat een externe firma die vervelende taak op zich zou nemen. Typisch.
Tja, het wantrouwen tussen het personeel en de directie is daar zo diep als de Marianentrog. De integratie van die mooie acquisitie wordt geen wandeling in het park voor de Musketiers. Over Vlaanderen bevestigde topman Guillame Beuscart in L’Echo wat ik vorige week ook al suggereerde: die twee winkels zijn interessant als testcase, voor later. Eerst maar eens marktleider zien te worden in het zuiden des lands. Hij gaf nog een interessant cijfer mee: de gemiddelde Waalse Intermarché draait een respectabele 9500 euro omzet per vierkante meter, het dubbele van die overgenomen Mestdagh-winkels. Voilà: daar zijn ze dus bang dat ze dubbel zo hard gaan moeten werken.
Waanzin
Als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg, zou Einstein ooit gezegd hebben. Scherper zelfs: “De definitie van waanzin is telkens hetzelfde doen, maar een andere uitkomst verwachten.” Dat Carrefour de fameuze koopkrachtacties van afgelopen najaar dit voorjaar nog eens dunnetjes overdoet, moet er dus op wijzen dat ze destijds enig effect ressorteerden. Waanzinnig zijn ze daar immers niet. Je kan de marketeers in de Corporate Village hoogstens verdenken van wat gebrek aan inspiratie, misschien. Maar beter goed gerecycleerd dan slecht bedacht, nietwaar?
De maaltijdbezorgers daarentegen, die gooien het wel degelijk over een andere boeg. Gedaan met de tomeloze groei: het durfkapitaal is op, er moeten centjes verdiend. En geloof het of niet: het gaat ze nog lukken ook. Just Eat Takeaway wist ondanks een dalend aantal bestellingen een bescheiden brutowinst te boeken. Bij Deliveroo zijn ze nog niet zo ver, maar wel bijna: met een verlies van amper 1% vorig jaar en een break-even in de laatste zes maanden zouden zwarte cijfers dit jaar al in zicht komen. Dat beide sectorgenoten sterker inzetten op partnerships met foodretailers, kan helpen.
Het noorden kwijt
Niet iedereen nam ons in dank af dat we recent wat kritische bedenkingen hadden bij het toekomstperspectief van Jumbo op de Belgische markt. Dat het allemaal niet zo vlot verloopt als verhoopt en dat het Gele Gevaartje eigenlijk maar weinig toe te voegen heeft aan wat het Blauwe Promotiefabriekje in Vlaanderen al enkele jaren met glans neerzet, dat hadden we niet mogen schrijven. “Frits lacht zich rot”, commentarieerde er zelfs eentje. Dát durven we ernstig te betwijfelen: die zit thuis zijn kas op te vreten, wachtend op een rechtszaak die zijn reputatie mogelijk definitief kraakt.
Bon, toch benieuwd hoe dezelfde supporters kijken naar de knalprestaties van de nummer twee op de Nederlandse thuismarkt. Daar moet het immers toch wél goed gaan? Euh, niet écht: het marktaandeel daalde, het aantal winkels ook. De groeimotor stokt en het interimmanagement weet niet wat eerst gedaan. Crisis, heet dat. Pas op: geen greintje leedvermaak van onze kant, het parcours dat de familie van Eerd de afgelopen decennia aflegde verdient alle respect. Maar het is wat het is: Jumbo is niet alleen het zuiden, maar ook het noorden kwijt. Minstens voor even, toch.
Appeltje-eitje
Er is op de Nederlandse markt maar één winnaar, en dat is Albert Heijn. Van 35,7 naar 37% marktaandeel op één jaar: dát is dominant marktleiderschap. Dankzij overnames, ja, maar je moet die dus wel realiseren. Straks komt daar nog eens dik 1% van Jan Linders bij ook. En Appie is niet van plan om dit jaar achterover te leunen, verwittigt topvrouw Marit van Egmond: er komen nog een pak Prijsfavorieten bij. Ze houdt de Nederlandse markt in een wurggreep waar ook de harddiscounters niet aan weten te ontsnappen, koopkrachtcrisis of niet.
Oké, Nederland is met voorspong de makkelijkste markt van West-Europa: niet overbewinkeld, flink versnipperd, met overwegend lokale, relatief kleine en zwakke concurrenten. Appeltje-eitje. Maar toch: Ahold Delhaize is momenteel een goed draaiende oorlogsmachine. Ook al staan de marges in Europa (en zeker in België) onder druk, ze zijn nog altijd relatief riant vergeleken met die van de meeste sectorgenoten. Nietwaar, Jef?
Get your mojo working
Over de exacte marktaandelen in ons land is er wat minder helderheid, maar zeg nu zelf: als Albert Heijn hier op hetzelfde elan doorgaat en slimme een-tweetjes opzet met een Delhaize dat zijn mojo terugvindt, dan is de nummer één positie van Colruyt binnen hooguit enkele jaren écht in gevaar, toch? Alleen moeten ze die mojo eerst nog terugvinden natuurlijk. Er loopt alweer een bijzonder amusante campagne, maar ook al is de kip curry niet zo durry, met woordspelingen alleen zullen ze het ook niet redden.
En dan nog dit. We vroegen een Hollander die zijn hele loopbaan tussen beide landen pendelde, om zijn licht eens te laten schijnen over al die grensoverschrijdende foodretail. Hij had een boek te pluggen, vandaar. Maar dat hadden we misschien beter niet gedaan. Wat beweerde die allemaal, zeg? Over Albert Heijn: dat ze moeten stoppen met expansie en al hun Vlaamse winkels gauw verkopen aan Jan Peeters of een andere superfranchisenemer. Over Delhaize: dat ze een paar vlaggenschipwinkels zouden moeten openen in grote Nederlandse steden. Echt? Tweemaal de bal mis. Piramidale onzin, zelfs. Maar mensen lezen dat graag, blijkbaar. En zoals Anthony Burgess wel eens zei: er zit net zoveel zin in onzin, als onzin in zin. Denk daar gerust een weekendje over na.
Tot volgende week!