Een nieuwe Russische invasie, een giftige sneer van Jef richting concurrenten en een helder signaal van de vakbonden aan het adres van die blauwe én gele Nederlandse nieuwkomers: Filet Pur fileert alweer de foodweek.
Collaboratie
Shoppers die zich graag enkele decennia terug in de tijd laten katapulteren, hebben er een nieuwe attractie bij: met stille trom ging hij dan toch open, die Russische superdiscounter in Opwijk. We hadden het niet meer verwacht. Lef hebben ze dus wel. Mogelijk zien ze opportuniteiten in de huidige hyperinflatie. En dat anti-Russisch sentiment dan? “We gaan Oekraïense vrijwilligers aannemen”, horen we. Alsof die willen collaboreren.
Assortiment wordt de grootste uitdaging voor Mere: de retailer moet het van overschotten hebben, maar er zijn vandaag alleen tekorten. We schreven het eerder al: een concurrent voor de supermarkt is de Siberische prijsvechter niet, met z’n allegaartje van spotgoedkope non-food, vage diepvriesproducten, verpakkingen met cyrillische letters, “specialiteiten” uit verre landen als Azerbeidzjan, kapotte kassa’s en medewerkers die het Nederlands niet machtig zijn. Benieuwd naar het rapport van de Economische Inspectie. En van het FAVV.
Goed gehumeurd
Het leven van een retailjournalist kan best mooi zijn, en al helemaal wanneer je wordt uitgenodigd in Halle, voor die fameuze strategische update vanwege Colruyt Group. Ook al kwam de invitatie redelijk last-minute, iedereen was op het appél. En het moet gezegd: Jef Colruyt stelde niet teleur. De opvallend goed gehumeurde topman was in vorm. Als een volleerde stand-up comedian bespeelde hij z’n publiek.
Het begon al goed: “Wie zijn hier de analisten in de zaal? Steek jullie hand eens op?” Hilarisch: zowat één derde van het publiek droeg een helblauw maatpak en glimmende bruine puntschoenen. De overige aanwezigen waren een zootje ongeregeld op sneakers en in versleten jeans. Je moet Jef z’n binnenpretjes gunnen.
Levensvreugde en optimisme kenmerken immers de unieke bedrijfscultuur van de groep, gaf hij ons breed glimlachend mee. Die dramatische beurskoers kon de pret precies niet drukken. “De teller van de kassa staat elke ochtend weer op nul”, leerden we. En ook: “Neem je vier initiatieven, dan wordt er eentje een groot succes, één een grote mislukking en zullen de overige twee maar zo-zo presteren.” De beursanalisten noteerden ijverig. Maar duidelijk was hij wel over de kern van de zaak: “Colruyt is veel meer dan een winkelier.” Retailer wordt dienstverlener, kortom. Maar een platform is Colruyt Group (nog) niet.
Inhaalbewegingen
Eén nieuwsfeitje kregen we mee: Collect&Go gaat nu eindelijk toch de boodschappen aan huis leveren. Met eigen chauffeurs. Dat werd wel eens tijd, niet? Tja, alleen de doden en de dwazen veranderen nooit van mening, en Jef is geen van beide. Maandag is er een persconferentie met meer details: blijf ons volgen. De retailer kondigde overigens wel meer inhaalbewegingen aan. Colruyt gaat bloemen verkopen. En brood afbakken. Stel je voor: een revolutie!
En de keten wil zich nu eindelijk ook gaan mengen in het gevecht om de stadsklant. Met al dan niet bemande filialen, niet met zelfstandigen. Een kwestie van deontologie, volgens de retailer, met een giftige sneer naar de concurrenten, die stadswinkels laten opstarten door franchisenemers die vervolgens twee keer failliet gaan voor de winkel rendabel wordt. Wie zou zich aangesproken voelen? In dat verband verwees Jef ook naar de Belgische loonsituatie: “Wie gelooft er dat je quick delivery ooit rendabel krijgt in een Belgische context?” Ook de verschillen tussen paritaire comités zijn niet houdbaar, vindt hij. “In franchisewinkels ligt de loonkost 18% lager. Wij betalen 300% voor zondagswerk, anderen maar 100%.”
Abnormaal
Die laatste opmerking viel alleszins niet in dovemansoren. Zaten er vakbondsafgevaardigden in de zaal? Niet gezien, maar de deuren van de Albert Heijn in Mol bleven dinsdag toevallig wél gesloten. Verdacht perfecte timing. De supermarktketen wilde die winkel – een filiaal, geen zelfstandige – graag de hele zondag openhouden. Dat mag: Mol is immers een toeristische zone, en dat is geen flauwe grap. Maar ja, Appie betaalt geen zondagspremie en de medewerkers hechten belang aan hun sociale leven. ¡No pasarán!, concludeerden de syndicaten. De plannen werden van tafel geveegd. Hoewel? “Voorlopig.” We zullen zien.
Een koekje van hetzelfde deeg kreeg ook Jumbo, in Heusden: staking wegens “abnormale” werkdruk. De vakbonden publiceerden hun eigen versie van de Zeven Zekerheden: gratis werken, hoge werkdruk, geen respect, payrollproblemen, onzekere toekomst, geen sociaal overleg en eenzijdig gewijzigde plannen. Tja, trek daarmee naar de war for talent. Het Gele Gevaar heeft zo z’n eigen kijk op employer branding, blijkbaar, maar de medewerkers zijn niet zinnens om de prijsoorlog uit eigen zak te financieren.
Speeltijd is voorbij
De essentie van het verhaal? Een nieuwe reality check, zowaar. Vorige week was het de beurt aan Gorillas en Colruyt, deze week was het aan Albert Heijn en Jumbo. Ik denk dat het hierop neerkomt: de vakbonden zijn niet van plan om die Hollandse Nieuwe nog langer een vrijgeleide te geven. Ze zoeken al vaak genoeg de grenzen van het toelaatbare op. De speeltijd is voorbij. Tot hier en niet verder! Daarmee wordt het speelveld in de foodretail slechts een héél klein beetje gelijker, maar toch. Het is een begin.
Maar het is ook een pleister op een houten been. Stijgende kosten en automatisch geïndexeerde lonen in combinatie met een prijs- en promotieoorlog: een explosieve cocktail, immers. De nervositeit zal de komende weken en maanden enkel toenemen. Bij u niet, misschien? Tot volgende week!