Het Gele Gevaar kleurt buiten de lijntjes, de marktleider belegert de centrumsteden en tegendraadse zelfstandigen winnen het pleit. Last van opinieangst in een wereld op de rand van de afgrond? Filet Pur is formeel: geen commentaar!
Een circus
Het was bepaald geen prettige week voor mensen met allodoxafobie. Dat is namelijk een angst voor meningen – ik verzin helemaal niks. En iedereen had er wel een in de aanbieding, de afgelopen dagen. Meer dan één ook. Onheilspellende profetieën over de noodlottige gevolgen van de regimewissel over de Grote Oceaan voerden de boventoon, en vele variaties op een oud Turks spreekwoord gingen viraal op de sociale en asociale media: “Wanneer een clown de troon bestijgt, dan wordt hij geen koning, maar wordt het paleis een circus.” Tja: it’s the economy, stupid! We zien wel. Slaapverwekkend wordt het geenszins.
Niet alleen in Mar-a-Lago werd er een feestje gebouwd: woensdag was het namelijk exact vijf jaar geleden dat Jumbo in het verre Pelt met vuurwerk en boenkeboenkemuziek z’n eerste Belgische filiaal opende. Intussen zitten ze bijna aan zevendertig, want straks gaat Denderleeuw ook nog open. Dan zullen ze er in totaal vier aan het lijstje hebben toegevoegd dit jaar. En dus nét geen vijf zoals gehoopt – want Boom heeft blijkbaar vertraging opgelopen. Al zou je kunnen opperen dat die Foodmarkt in Gent voor twee telt. In elk geval: de kaap van de vijftig zal tegen dit tempo niet voor volgend jaar zijn, en misschien zelfs niet voor het jaar daarop.
Het goede ritme
Toch heeft de retailer “het goede ritme te pakken”, volgens directeur Peter Isaac. Op streefgetallen laten ze zich allang niet meer vastpinnen, in Brasschaat en Veghel. De boodschap waarop Jumbo de laatste tijd hamert is simpel: we groeien harder dan de markt en we zijn op weg naar break-even in 2025. Of, om het met andere woorden te zeggen: we gaan hier écht niet meer weg. Dat heeft onze Grote Roerganger intussen ook wel begrepen, geloof ik.
Ze zijn niet bang om buiten de lijntjes te kleuren bovendien. Als iets eruitziet als een eend, waggelt als een eend en kwaakt als een eend, dan is het hoogstwaarschijnlijk een eend, zegt een oude wijsheid. Het nieuwe foodmerk Jumbo’s ziet eruit als een huismerk, klinkt als een huismerk en is net als een huismerk exclusief in de winkels van het Gele Gevaar verkrijgbaar, maar een huismerk mogen we het niet noemen. Een premium huismerk al helemaal niet, want: betaalbaar. En een A-merk is het dus ook niet. Oké dan.
Helemaal fout
Gedurfde zet van Jumbo, en ook een beetje verwarrend: Jumbo’s ziet er qua verpakkingsdesign naargelang de categorie namelijk compleet anders uit. Dat is tegen elk marketingvoorschrift, uiteraard. Ook de prijspositionering kan per productcategorie verschillen. Helemaal fout, maar ja, Jumbo’s wil “vrolijk, niet te serieus, en een tikkeltje eigenwijs” zijn. Bon, geef het een kans. Per slot van rekening: de premium huismerken van andere foodretailers zijn toch vooral héél erg saai, niet?
Eén ding is me al wel duidelijk: de verpakking blijft ééntalig Nederlands, dus nee hoor, die Waalse expansie waar sommige waarnemers over toeteren, is écht nog niet voor meteen. Als ze al voor ooit is.
Laat op het feest
Wél voor meteen: het stedelijk offensief van Colruyt Group. Meer bepaald met de nieuwe (nu ja) formule Okay City. Heel lang heeft die breinstorm niet geduurd, vermoeden we. Maar zo kennen we de mensen in Halle: eenvoud voor alles. De zware voet gaat op het gaspedaal: zo’n tien winkelopeningen per jaar hebben ze vandoen, om de target van 100 winkels in 2032 te halen. In de stadscentra met hun leegstandproblemen zijn de vergunningen wat vlotter te verkrijgen, dus het zou zo maar eens haalbaar kunnen zijn.
En allemaal open op zondag, dat ook. Om met een beetje hulp van BON en straks ook Delitraiteur de Proxy’s en de Expressen van deze wereld de duvel aan te doen. Die zelfstandigen blinken immers uit in inconsistentie, met hun kortetermijnfocus op de marges. Dat wisselt bijna even vaak van broodjes- en slaatjesleverancier als van onderbroek en dat kiepert zonder boe of ba de quick scan buiten uit fundamenteel wantrouwen tegen elke klant. Sympathiek! Dat kan anders: strak aangestuurde stadsfilialen – mét vriendelijk geassisteerde zelfscan – gaan het concurrentieveld veranderen, maakt Okay-baas Christophe Dehandschutter zich sterk. We zijn benieuwd, want ja, hij komt wél laat op het feestje.
Mijlpaaltje
En die hopeloos inconsistente zelfstandigen van Delhaize blijven intussen vrolijk marktaandeel winnen, tot tevredenheid van Frans Muller die opnieuw een quasi perfect rapport kon voorleggen – die man is gewoon de consistentie zelve, standvastig en onverstoorbaar. No alarms and no surprises. Mijlpaaltje deze week: de laatste van die 128 eigen filialen is overgegaan in handen van een ongetwijfeld eigenzinnige ondernemer, waarmee dat onderdeel van het toekomstplan nu netjes is afgerond. Precies op tijd voor het kerstoffensief.
Geen klein projectje, die gloednieuwe Delhaize Plantin. De oude winkel was altijd al één van de grotere omzetmakers van de regio, of zeg maar van het land. Nu hij weer op volle kracht geopend is – twee jaar lang moesten de klanten zich behelpen in een voorlopige winkel op de helft van de oppervlakte – kan dat marktaandeel alleen maar verder de hoogte in. En of hij ook op zondag opent? Tja, drie keer raden…
Nog slimmer
En dan nog dit. Heb je geavanceerde generatieve artificiële intelligentie nodig om nitwits uit te leggen hoe je een pompoen schilt? Hoe je zware kwetsuren vermijdt bij het snijden van een avocado? Of om te weten te komen of je ovenfrieten in de Airfyer kan bereiden? Volgens Albert Heijn wel, dus vanaf maandag wordt de blauwe app nog een beetje slimmer om vlotjes te kunnen antwoorden op de domste vragen van die oenen van klanten. Tja, de jeugd leert tegenwoordig koken van influencers op TikTok en daar komen onvermijdelijk ongelukken van.
Voor wie het écht wil weten: pompoenen hoef je in de meeste gevallen helemaal niet te schillen, avocado’s zijn niet alleen levensgevaarlijk maar ook nog eens nefast voor het klimaat, dus blijf eraf, en ovenfrieten verhouden zich tot de gastronomie zoals de fermette tot de architectuur. Oei, tóch nog een mening. Enfin, u doet wat u wilt, uiteraard. Ga ik namelijk ook doen, de komende volle drie dagen. Tot volgende week!