De prijzen gaan de komende maanden nog forser de hoogte in, en dus escaleert ook het geruzie tussen fabrikanten en retailers. FMCG als vechtsport: dat is genieten voor lezers van een saignante Filet Pur, toch?
Vuile tackle
De tegenstander raken waar het pijn doet, dat doen ze in het kickboksen met een lowkick, en in het voetbal met een vuile tackle op de enkel, bijvoorbeeld. Niet dat ik daar verder veel vanaf weet, laat staan dat ik een ervaringsdeskundige zou zijn, maar het persbericht dat EuroCommerce gisteren uitstuurde, was een welgemikte preciesieaanval op de kwetsbare flank van de grote vette multinationals.
Ze weten ginder maar al te goed hoe ze de merkfabrikanten op hun paard kunnen krijgen. Die zogenaamde ‘territorial supply constraints’ zijn immers al langer een twistpunt. De essentie van het verwijt? Dat die FMCG-helden wél vrijelijk gaan shoppen binnen de interne markt als het om hun eigen grondstoffen gaat, maar dat ze hun klanten beletten om hetzelfde te doen als het om hun afgewerkte merkproducten gaat. Wel de lusten maar niet de lasten van de Europese eenheidsmarkt, daar komt het kort door de bocht op neer.
Gekibbel
Die ‘verdeel en heers’-aanpak is een legkip met gouden eieren. Maar ze horen dat verwijt niet graag, de A-merkfabrikanten. Hoe zou je zelf zijn. Hier en daar krijgt er wel eens eentje een boete wegens concurrentievervalsing en machtsmisbruik: AB InBev bijvoorbeeld, paar jaar geleden. Nu ja, 200 miljoen euro: zakgeld is dat, meer niet. Mondelez is binnenkort mogelijk het volgende slachtoffer. Maar die boetes hebben enkel tot gevolg dat de multinationals hun beperkende maatregelen nog wat listiger verpakken. Of ze bij EuroCommerce écht denken dat er iets ten gronde gaat veranderen met een speech in Praag, is maar de vraag. Trouwens: de prijsverschillen tussen huismerkproducten blijken gewoon even groot…
Het lobby-oorlogje tussen retailers en fabrikanten escaleert dus nog maar eens, maar het blijft wat het is: wat gekibbel in de coulissen. Belangrijker is wat er op het terrein gebeurt. En wat lezen we deze week in een persbericht van Fevia? Er is “eindelijk” sprake van enige “versoepeling” in de negotiaties met de doorgaans onverbiddelijke retailers. Nog lang niet genoeg, en al zeker niet in vergelijking met de buurlanden, maar toch. Er kwamen nog een paar giftige verwijten achteraan, dat wel: foodretailers voeren zelf vaak forsere prijsverhogingen door dan de fabrikanten, zo blijkt, en die laffe delistings moeten nu echt maar eens stoppen.
Schrikbarend
Of dat veel indruk maakte? Siri, wat is wishful thinking? Tussen de lijnen werd het waarom van die speech op de jaarvergadering van de fabrikanten wel duidelijk: het was een waarschuwingsschot. Er komt immers een nieuwe golf van prijsverhogingen aan. Alsof de vorige nog niet volstond? Tja, de harde waarheid is natuurlijk dat de laatste vaste energiecontracten weldra aflopen en dat de loonkosten binnenkort schrikbarend stijgen. En wie gaat dat betalen? Wij allemaal, dus.
Want in welke mate retailers zelf ook het slachtoffer zijn van die dubbele crisis, werd schrijnend duidelijk in een interview met Carrefour-franchisenemer Frederic Van Landeghem, die de factuur voor z’n dertien (!) winkels al maanden angstwekkend ziet toenemen, en weinig meer kan doen dan timers op de koelmeubels zetten, zonnepanelen bestellen die pas over zeven jaar geleverd zullen worden, en flexijobbers inzetten waar mogelijk. Hard werken, niks verdienen: het is vandaag de trieste realiteit voor retailers, fabrikanten én consumenten. Déze ondernemer zal het wel overleven, veel collega’s niet.
Niks shake-out
En maak u geen illusies, voegde hij er nog aan toe: dat gaat het teveel aan supermarkten in België niet oplossen. Niks shake-out: gewoon failliet laten gaan en er een nieuwe ondernemer in zetten, die met een schone lei z’n kans mag wagen, zo werkt dat immers. En anders verkopen aan de hoogste bieder. Telefoontje naar Jumbo, bijvoorbeeld. Want met tien nieuwe Vlaamse winkels deed het Gele Gevaar dit jaar wel ééntje beter dan z’n blauwe rivaal, maar de kaap van de honderd is nog lang niet in zicht. Hadden ze in Sint-Truiden trouwens écht nog een bijkomende supermarkt nodig?
De hoogste bieder voor Metro was al een tijdje bekend, en nu is het ook officieel: Sligro gaat ermee aan de haal. Nu zijn ze eindelijk marktleider in België, na een hele reeks (dure) overnames weliswaar. Geld verdienen wordt de volgende opdracht – en dat terwijl het op de Nederlandse thuismarkt ook niet op rolletjes loopt. Eén Metro-winkel wil niemand hebben: die op het Antwerpse eilandje. Een winkel die destijds trots uitpakte met de eerste hoogtechnologische winkelserre van InFarm, waar verse kruiden geteeld werden onder ledverlichting. Maar ja, hij ligt quasi naast de flagshipstore-met-hoofdkantoor van Sligro, dus…
Poepje ruiken
En wat er met Makro gaat gebeuren is al helemaal de vraag: openblijven tot na de kerst, de medewerkers in spanning laten tot 14 januari, en daarna het schier onvermijdelijke sociale drama, zeker? Al suggereert de immer positief gestemde topman Vincent Nolf dat er mogelijk nog andere opties zijn. Huh? Niemand gaat dat ‘sociaal passief’ betalen, uiteraard. Die rekening is voor de belastingbetaler. Telefoontjes naar Düsseldorf, om te polsen of ze die binnenkort leegstaande panden willen verhuren – of zelfs verkopen – dat is nog wat anders. Maar het zal zonder de collega’s zijn.
Crisissen zijn uitdagingen, dat wist de grote André Leysen al in de jaren tachtig, toen de progressieve spelling nog een ding was – hij schreef het met de k van Kobbegem, en daar weten ze het ook: in z’n zoektocht naar hoognodige nieuwe inkomsten wordt Delhaize niet enkel restaurantuitbater maar ook verkoper van elektriciteit. 1800 laadpalen alstublieft: met dat netwerk laten ze zelfs rivaal Colruyt een poepje ruiken. En ze hoeven er niet eens zelf voor te investeren. Niks werken en toch verdienen: dat is de kunst.
Klein minpuntje
De leeuwen waren niet de enigen die de fiere marktleider te snel af waren, deze week. In Parijs waren ze weliswaar een paar weken later dan in Londerzeel, maar die zelfrijdende bestelwagen van Carrefour rijdt liefst zeventig kilometer per uur, een heel contrast met dat slakkengangetje van dat mini-autootje van Jef. Klein minpuntje wel: er zit daar voor alle zekerheid nog iemand in, op de bestuurdersplaats. Je mag het geen chauffeur noemen, maar hij/zij moet wél betaald worden. Oei.
Dat is een pijnlijke vaststelling: want dat hele testproject lijkt hiermee voorbij te gaan aan de essentie van autonoom vervoer. Toch? Denkt die Alexandre Bompard – naar verluidt de best betaalde CEO van de Europese retail – nu echt dat hij de kost van de laatste mijl op deze manier omlaag gaat krijgen? Het enige wat hij tot nu toe omlaag kreeg, is het aandeel Carrefour. Over wat hij al dan niet omhoog krijgt, laat ik u in alle stilte verder mijmeren. Tot volgende week!