Lunchketen Exki surft mee op de trend van de onbemande winkels en lanceert eigen slimme koelkasten. Ze kunnen de klassieke cafetaria’s vervangen nu mensen minder op kantoor zijn.
Start-up voor frigo’s
Exki brengt slimme koelkasten op de markt, niet voor thuis maar voor op kantoor, op scholen of in ziekenhuizen. De koelkasten houden het midden tussen een uitgebreide automaat en de klassieke bedrijfskantines van weleer, en moeten zo een antwoord bieden op de vraag naar flexibelere en minder dure lunchoplossingen bij bedrijven.
De slimme koelkasten zijn uitgerust met RFID, waardoor sensoren vanzelf scannen wat mensen eruit nemen. Dankzij een koppeling met een app en betaalkaart, rekent de koelkast ook automatisch af. “Om de koelkast te openen, moet men een QR-code scannen met zijn telefoon. Hij neemt dan de producten die hij wil, waarbij aankopen via de RFID-tag worden geregistreerd. Hij sluit de koelkast, valideert de bestelling en wordt automatisch gedebiteerd”, zegt Nicolas Morlet.
Morlet richtte samen met Exki-topman Frédéric Rouvez de start-up Exki Fridge op, die de koelkasten in de markt zet. Samen hopen in de komende 3 tot 5 jaar 300 geconnecteerde koelkasten te installeren. Ze spelen daarmee in op de trend van onbemande cafetaria’s, waarvoor Belgische rivaal Foodmaker ook al een slimme koelkast lanceerde en Albert Heijn in zee ging met de Zwitserse technologiepartner Selecta.
Verloren restaurants compenseren
Exki dacht naar eigen zeggen al voor de coronapandemie na over soortgelijke technologie. “Telewerken is al een paar jaar in de mode, en dat heeft ons ertoe aangezet om over een dergelijke dienst na te denken, en de crisis heeft de beweging alleen maar versneld”, aldus Rouvez tegenover L’Echo. Door de lockdowns kelderen de inkomsten van de ontbijt- en lunchketen immers. Negen vestigingen bleven nadien definitief dicht.
Het nieuwe B2B-businessmodel moet dat omzetverlies gedeeltelijk compenseren, geeft Rouvez toe. Al blijven de restaurants wel het speerpunt. Exki viert dit jaar zijn twintigste verjaardag en zet die in het teken van herstel. “Wij hopen in 2022 weer op de niveaus van 2019 uit te komen”, zei David Esseryk, marketing- en innovatiedirecteur, daar eerder over.