Per land kan de inhoud en de kwaliteit van voedingsproducten verschillen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Europese Unie, die vindt dat de praktijk dringend moet stoppen.
Een product op drie verschilt per land
In de Europese eengemaakte markt moet achter elke verpakking hetzelfde product schuilgaan, vindt de Europese Commissie. Europees voorzitter Jean-Claude Juncker klaagde in 2017 al het probleem van “producten met dubbele kwaliteit” aan, en gewapend met een nieuwe studie en methodologie wil de EU daar nu ook concreet iets aan doen.
Al jarenlang lopen de geruchten dat Coca-Cola uit pakweg Frankrijk niet dezelfde is als Coca-Cola in Nederland. Er blijken echter nog tal van regionale verschillen te zijn tussen voedingswaren die dezelfde of sterk vergelijkbare verpakkingen hebben, concludeert de EU uit een nieuw onderzoek gebaseerd op bijna 1.400 stalen van 128 verschillende producten uit 19 landen.
Bijna een op de drie voedingswaren is anders, hoewel het als hetzelfde product op de markt wordt gezet. Zo verschilt bijna een product op tien naargelang het land, terwijl er wel precies dezelfde verpakking is gebruikt. Van de voedingswaren met een gelijkaardige verpakking verschilt 22%, afhankelijk van waar in de EU je het koopt.
Misleidend en zelfs illegaal
Aangepast aan de lokale smaak en deel van de eigenheid van elk land, heet dat dan bij producenten. Misleiding en zelfs illegaal, reageert de EU echter scherp: “Volgens de EU-wetgeving kan het als identiek vermarkten van een product, terwijl dat goed een aanzienlijk andere samenstelling of andere kenmerken heeft die niet objectief te rechtvaardigen zijn, consumenten onterecht en op onwettige wijze misleiden”, luidt het besluit.
“Er mogen geen dubbele standaarden zijn op de Europese interne markt. We maken een einde aan deze praktijk: Europese consumenten moeten hun boodschappen in het volledige vertrouwen kunnen doen dat ze kopen wat ze zien”, zegt consumentencommissaris Věra Jourová resoluut.
Consumentenorganisaties sporen op
Al is er ook goed nieuws, volgens de EU-onderzoekers: ondanks de gevonden verschillen, betekent anders niet per se slechter. Het gaat meestal om een andere samenstelling, niet zozeer om verschillen in kwaliteit. Ook is er geen bewijs gevonden van een Oost-Westkloof: de verschillen zijn niet in de eerste plaats tussen West- en Oost-Europa.
De Europese Commissie wil de kwestie nu aanpakken door nationale consumentenautoriteiten de nodige instrumenten te geven om op te treden tegen de productverschillen. Zo is er een nieuwe methodologie ontwikkeld om de verschillen op te sporen en trekt de EU 1,26 miljoen euro uit om consumentenorganisaties producttesten te laten doen.