“Geen zoet brouwsel”
Het nieuwe bier is “geen zoet brouwsel” geworden, maar een zwaar blond Belgisch bier met 8,5% alcohol, net als Delirium Tremens dus.
Op de ’touch’ van koriander na, die broer en zus gemeen hebben, verschilt Deliria evenwel in vele opzichten van Delirium Tremens: de nieuwkomer is lichter van kleur, bevat vier graansoorten, drie hopsoorten en andere gist. Volgens brouwmeester Joris Dheedene is de smaak van Deliria “volmondig en zeer uitgebalanceerd”.
Van Deliria werd maar 150 hectoliter gebrouwen, veel minder dus dan de 80.000 hectoliter Delirium Tremens die Huyghe jaarlijks brouwt. Het nieuwe bier zal vanaf 1 oktober beperkt in speciaalzaken te koop zijn, maar is dit weekend al te proeven op de Grote Markt in Brussel, tijdens het Weekend van het Bier.
Vrouwen nieuwe consumenten
Het idee voor Deliria kwam van Catherine De Laet, echtgenote van de afgevaardigd bestuurder Alain De Laet. “Het brouwersleven is nog altijd een mannenzaak: veel brouwers zijn mannen en een groot deel van de consumenten ook. Ik wou daar verandering in brengen. Mijn man vond het meteen een goed idee, want de laatste jaren merken we toch dat vrouwen sneller naar een glas bier grijpen in plaats van naar wijn of champagne.”
Dus trok de brouwerij op 8 maart, in het kader van de Internationale Vrouwendag, op zoek naar tien vrouwen om een nieuw bier te brouwen. “Eerst stelden we drie recepten voor. Via sociale media werd nagegaan welke van die drie – een blond bier van 6 graden, een lichtbruin van 7 en een zwaar blond van 8 graden – de voorkeur kreeg.” Liefst 58% stemde voor het zwaarste bier.
“Tot onze verbazing gingen de vrouwen dus voor bitterheid – geen extreme bitterheid, maar toch bier met karakter. Ze gingen niet naar fruitbieren, maar naar fijne degustatiebieren. Vrouwen willen dus wel degelijk hun eigen zwaar bier”, aldus Alain De Laet.
Na vijf maanden rijpen is Deliria nu klaar om te worden gelanceerd. Brouwerij Huyghe wil de actie trouwens elk jaar herhalen. “Vandaag worden meer en meer vrouwen onze nieuwe consumenten, en we willen daarvoor openstaan”, besluit De Laet.