Steeds meer landbouwers verwerken hun producten zelf om ze dan rechtstreeks aan de consument te verkopen. Bij de meest recente telling noteerde het FAVV er 1.534, tegenover 585 in 2010.
Producenten hebben erkenning nodig
Professionelen in de land- en tuinbouw mogen hun fruit, groenten, rauwe melk, kruiden, … verkopen aan andere operatoren in de voedselketen of rechtstreeks aan de consument, zonder dat ze dit moeten meedelen aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Hiervoor volstaat namelijk hun registratie als primaire producent. Wie zijn hoeveproducten ook bewerkt vooraleer ze worden verkocht, moet dit echter wel apart aanmelden. Het gaat dan bijvoorbeeld om landbouwers die rauwe melk verwerken tot zuivelproducten of boeren die vlees van eigen runderen verwerken in een hoeveslagerij.
De meeste boeren die die bewerkte hoeveproducten aan de consument leveren, zijn te vinden in Henegouwen (334), West-Vlaanderen (282) en Oost-Vlaanderen (185). Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt er maar vijf. De meesten leggen zich toe op de productie van zuivel (724), de bewerking van plantaardige producten (437) en het uitbaten van een hoeveslagerij (193). Er zijn ook elf erkende bewerkers van pluimvee en konijnen onder de landbouwers.
Voor heel wat landbouwers biedt het uitbaten van een hoevewinkel de mogelijkheid een hogere prijs te bekomen voor hun productie. In het andere geval zien ze die naar de verwerkende industrie en de handel gaan.