Iets meer dan een jaar na de aankondiging van de fusie tussen Ahold en Delhaize is het nu werkelijk zover. Een nieuw logo is er al, maar het échte werk moet nog beginnen. Waaraan mogen we ons verwachten?
Vijf vragen
Aan het FD verklaarde topman Dick Boer dat er na de fusie niet te veel mag veranderen, buiten dat logo in de nieuwe groene huiskleur. Daarmee lijkt hij medewerkers, klanten en leveranciers te willen geruststellen. Maar uiteraard fuseren de retailers niet zomaar. Er moet wel degelijk heel wat veranderen. RetailDetail kijkt naar de impact in vijf pertinente vragen.
1. Hoe snel wordt de impact voelbaar?
Ten eerste is het zo dat beide retailers in de Benelux concurrenten (moeten) blijven zolang de voorwaarden van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) niet zijn vervuld. Met andere woorden, eerst moeten die dertien winkels (acht van Albert Heijn en vijf van Delhaize) verkocht worden. Dat is tot nader order nog niet gebeurd. In Delhaizekringen horen we dat de twee groepen wellicht tot eind dit jaar concurrenten blijven op de Belgische markt.
Ten tweede zullen beide bedrijven nog wel wat werk hebben met het in elkaar schuiven van de twee organisaties. Daarbij is het onder andere afwachten in welke mate Ahold zijn dominante positie in de nieuwe structuur zal willen bekronen met directiemandaten in de Belgische organisatie. De perceptie overheerst dat CEO Denis Knoops goed scoort met zijn commerciële aanpak, die vruchten afwerpt. Of hij ook indruk heeft gemaakt op Dick Boer & co, daar hebben we het raden naar. Intussen trekken blijkbaar toch al enkele Delhaizemedewerkers op het hoofdkantoor hun conclusies.
2. Leidt de fusie tot lagere prijzen?
De inkoopkracht van de nieuwe organisatie wordt flink groter. De combinatie rekent op meer dan 500 miljoen euro synergiën, die voor meer dan de helft moeten komen uit betere inkoopvoorwaarden bij de merkfabrikanten en de huismerkenleveranciers. Het korte antwoord luidt dus: ja.
Dat ze de Nederlandse en Belgische inkooptarieven naast elkaar gaan leggen, lijdt immers geen twijfel. Een simpele één-op-één oefening is dat echter niet, want beide landen kennen andere afspraken en geplogenheden op het vlak van promoties, folderbijdragen, introductiefees enzovoort. Bovendien worden niet noodzakelijk alle productiviteitswinsten per direct in lagere verkoopprijzen geïnvesteerd.
Dat het diepe promotiebeleid van AH wellicht verdergezet wordt bij Delhaize, dat zit er wél dik in. Delhaize België heeft zich op dat vlak immers snel een goede leerling getoond. Meer dan bij andere Belgische retailers vind je hier de 2+1 en 1+1 aanbiedingen die Albert Heijn op de Vlaamse markt introduceerde: minder acties met meer impact.
3. Wordt het Delhaize-assortiment afgeslankt?
Albert Heijn staat bekend om een strak assortimentsbeleid, waarbij efficiëntie en kostenbeheersing voorop staan. De Nederlandse markt is de Belgische echter niet en bij Delhaize weten ze wat een verarmd assortiment kan teweegbrengen, want ze hebben die oefening zo’n zes à zeven jaar geleden al eens iets te grondig gemaakt. Daar zijn ze van teruggekomen…
In Nederland daarentegen verwachten (of hopen?) retailexperts dat er toch wat van de Delhaize-kwaliteit kan doorstromen naar de Albert Heijnschappen. De retailer wil ook in Nederland vaker de shopper verrassen met een bijzonder aanbod, lezen we in de Nederlandse vakpers.
4. Behoudt de groep de Albert Heijnformule in België?
Nogal wat waarnemers gaan ervan uit dat het AH-uithangbord alweer snel zal verdwijnen uit België, omwille van efficiëntie en omdat de concurrentie met AH teveel druk zet op de Delhaize-winkels (ook op de aangeslotenen).
Maar zoals wij eerder al schreven, zijn er ook goede argumenten om het AH-merk op z’n minst nog een tijdje aan te houden op goed gekozen locaties in België: de winkels vertegenwoordigen een mooi marktaandeel, draaien winst, spreken een jong publiek aan en vormen een buffer tegen de mogelijke komst van Jumbo naar Vlaanderen. Het opzetten van Albert Heijncorners in Delhaizewinkels kan een tussenoplossing zijn.
5. Behouden ondernemers hun bewegingsruimte?
Een strenge formulediscipline staat voorop bij Albert Heijn en die “top-down” aanpak leidt in Nederland wel eens tot openlijke conflicten tussen de verenigde franchisenemers en de retailer. Dat is toch wat anders dan de overlegcultuur in België. Niet voor niets spreken ze bij Delhaize van “aangeslotenen” (of “affiliés” in het Frans). Uiteraard dienen de ondernemers de winkelformule en het assortiment te volgen, maar ze krijgen toch de vrijheid om eigen accenten te leggen en een deel van het aanbod lokaal in te vullen.
Een zekere bezorgdheid over het behoud van die bewegingsruimte is dus logisch. Tegelijk zijn de zelfstandigen benieuwd in welke mate ze zelf ook de voordelen van de fusie zullen ondervinden – zoals Delhaize-ondernemer Ruben Dewaele het formuleert in een commentaar op LinkedIn: “show me the money”. Bovendien tonen sommigen zich openlijk geïnteresseerd om naast hun Proxy of AD Delhaize ook een Albert Heijnwinkel uit te baten. Maar of dat ooit zal gebeuren?