AB InBev heeft afgelopen kwartaal fors minder bier verkocht ten gevolge van de coronacrisis, al waren er in juni wel tekenen van herstel. De bierbrouwer voert ook een stevige waardevermindering door in Afrika.
Winst smelt weg
AB InBev realiseerde in het tweede kwartaal een groepsomzet van 10,3 miljard dollar (8,8 miljard euro), een daling met 17,7% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Ook de volumes daalden met iets meer dan 17%. Doorheen het kwartaal herstelde de vraag zich wel geleidelijk: in april verkocht de brouwer bijna een derde minder, terwijl er in juni sprake was van een lichte volumegroei van 0,7%. “We sloten het kwartaal af met een versterkt vertrouwen in de veerkracht van ons bedrijf en de wereldwijde biercategorie”, stelt het bedrijf in een persbericht.
De brutobedrijfswinst (ebitda) daalde met 34,1% tot 3,4 miljard dollar (net geen drie miljard euro). Daarmee presteerde het bedrijf wel beter dan verwacht: analisten stelden een daling van 36,4% voorop. Onder de streep bleef er nog 351 miljoen dollar (300 miljoen euro) over. In dezelfde periode vorig jaar boekte het bedrijf nog een nettowinst van 2,48 miljard dollar (2,1 miljard euro).
Afboeking
Door de coronacrisis zag AB InBev zich ook genoodzaakt om in Afrika een waardevermindering van 2,5 miljard dollar (2,1 miljard euro) door te voeren. De geschatte realiseerbare waarde van de Afrikaanse activiteiten zou onder de boekwaarde hebben gelegen.
Volgens De Tijd is de waardevermindering nogmaals een bewijs dat AB InBev in 2016 te veel betaalde voor SABMiller. Die overname – ingegeven door de sterke positie van het bedrijf in Afrika – kostte de Leuvense brouwer destijds 102 miljard dollar (toen 91 miljard euro) en zadelde AB InBev met een torenhoge schuld op.