Miljardair Howard Schultz keert na vier jaar afwezigheid terug als CEO bij Starbucks, de koffieketen die hij groot maakte. De beurs juicht de (tijdelijke) comeback toe, de vakbonden echter niet…
Sociale onrust
Woensdag kondigde Starbucks-topman Kevin Johnson onverwacht aan dat hij met pensioen gaat op 4 april. Hij werkte gedurende dertien jaar voor de koffieketen en was sinds 2017 CEO. Ondanks de moeilijke omstandigheden van de afgelopen jaren kon de manager een behoorlijk rapport voorleggen, maar recent werd hij geconfronteerd met toenemende sociale onrust bij het bedrijf.
Een golf van kritiek over de werkomstandigheden op de sociale media had tot gevolg dat al meer dan honderd Amerikaanse vestigingen vakbondsverkiezingen aankondigden, schrijft de New York Times. En dat maakte de aandeelhouders dan weer onrustig. Mogelijk gooit Johnson daarom de handdoek, ook al is hij nog maar 61.
Controversiële standpunten
In elk geval blijkt Starbucks niet voorbereid op een wissel aan de top: de koffieketen verwacht pas tegen het najaar een geschikte opvolger te vinden. En dus duikt een oude bekende weer op: Howard Schultz, 68 intussen, neemt tijdelijk het roer weer over, hoewel hij al in 2018 met pensioen ging na een rijke loopbaan als CEO en voorzitter.
Schultz is de man die het bedrijf in 1987 overnam en uitbouwde tot een wereldwijd fenomeen. Onomstreden is hij niet: geregeld nam de man controversiële standpunten in over gevoelige thema’s als immigratie, genderissues en de wapenwetgeving. Hij zou zelfs overwogen hebben om op te komen als onafhankelijk presidentskandidaat. Of de rust nu weerkeert in het bedrijf is dus maar de vraag: de topman staat hoegenaamd niet bekend als een vakbondsvriend. De beurskoers daarentegen ging beduidend hoger na de aankondiging.
Starbucks is goed voor een omzet van bijna dertig miljard dollar (meer dan 25 miljard euro) met zowat 32.000 koffiebars in een tachtigtal landen.