Carrefour gaat voluit voor forenzen: de supermarktgroep sluit een nieuw akkoord om 45 metrostations rond Parijs van gemakswinkels te voorzien. De retailer ontwikkelt voor de gelegenheid zelfs een nieuw buurtwinkelconcept.
Nieuw winkelconcept voor pendelaars
Carrefour gaat een strategische samenwerking aan met vastgoedontwikkelaar Altarea en de Parijse openbaarvervoersmaatschappij RATP om een nieuw buurtwinkelconcept te lanceren in de stations van het nieuwe Grand Paris Express-netwerk, meldt LSA. Het project, dat loopt tot 2030, speelt in op de verwachte 300 miljoen reizigers die jaarlijks van het netwerk gebruik zullen maken. De stationswinkels maken deel uit van een groter plan waarin in totaal 136 commerciële ruimten op ruim 12.500 m² worden ontwikkeld.
Het nieuwe concept van Carrefour, waarvan de naam nog niet is onthuld, zal “multifunctionele verkooppunten” omvatten. Deze winkels, variërend in grootte van 50 tot 250 m², zullen een breed scala aan producten en diensten aanbieden. Naast levensmiddelen en versproducten worden er ook accessoires zoals opladers en oordopjes verkocht. Bovendien zullen sommige locaties extra diensten aanbieden, zoals bagagekluizen, conciërgediensten en pakketophaalpunten.
Buurtwinkels als strategie
Voor Carrefour spelen stations een sleutelrol in de verdere expansie. Het bedrijf genereerde in 2024 al een omzet van 7,8 miljard euro met zijn buurtwinkelformules en wil deze positie nog versterken. Eerder dit jaar tekende Carrefour een vergelijkbare overeenkomst met Lagardère Travel Retail en SNCF om 150 winkels in Franse stations te openen tegen 2030.
Naast de standaard Carrefour-winkels worden in de stations ook twee nieuwe concepten getest: ‘Potager City’ (gericht op verse groenten en fruit) en ‘Api’ (zelfbedieningswinkels zonder personeel). CEO Alexandre Bompard richt zich steeds meer op stedelijke hubs en buurtwinkels om de veranderende consumentenvraag te bedienen, die vooral bestaat uit een behoefte aan gemak en snelheid. Of zoals concurrent Casino het onomwonden stelt: “de economie van de luiheid“.