Just Eat Takeaway heeft vorig jaar een recordverlies opgetekend: de maaltijdkoerier dook liefst een miljard euro in het rood en trekt bijgevolg weg uit Noorwegen en Portugal. Een Amerikaanse partner moet over de grote plas beterschap brengen.
Zware investeringen
2021 was nochtans een jaar van sterke groei, steekt CEO Jitse Groen van wal. De omzet steeg met een derde tot 5,3 miljard euro en het bedrijf kreeg er 9% meer gebruikers bij. Het maaltijdplatform telt bovendien een kwart meer partners dan een jaar eerder.
Alleen betaalde Just Eat Takeaway voor die groei een hoge tol. De maaltijdbezorger boekte een verlies van meer dan een miljard euro, vergeleken met 151 miljoen euro in 2020. Het bedrijf moest fors investeren in “oude markten” waar historisch te weinig in is geïnvesteerd en de groep zijn marktaandeel zag slinken. Ook was het een jaar met veel afschrijvingen, hogere financieringskosten en eenmalige integratiekosten door de vele overnames van de agressieve groeier in de afgelopen drie jaar.
Verlies bereikt hoogtepunt
De verliezen hebben in de eerste helft van 2021 hun hoogtepunt bereikt, maar vanaf nu “is het bedrijf snel op weg naar winstgevendheid”, meent Groen. Noord-Europa is momenteel al het meest winstgevende segment, met een gecorrigeerde brutowinst van 256 miljoen euro. In de toekomst belooft Just Eat Takeaway ook in andere markten een toenemende focus op winstgevendheid.
Het betekent evenwel dat de maaltijdkoerier ook een aantal knopen moest doorhakken. Eind deze maand stopt Just Eat Takeaway in Noorwegen en Portugal, omdat het brutoverlies er oploopt tot 10 miljoen euro, terwijl het bedrijf op zoek gaat naar een strategische partner te zoeken in de Verenigde Staten. “Om kosten en complexiteit te verminderen”, laat de Nederlandse onderneming zich ook schrappen van de Amerikaanse beurs.