Als Vlaanderen het ‘Food Valley’ van Europa wil worden, moet het ook investeren in de ontwikkeling van kweekvlees en andere vleesalternatieven. Innovatieminister Philippe Muyters laat alvast het potentieel onderzoeken.
Geen voorloper
Nu consumenten gevoeliger worden voor aspecten als dierenwelzijn, gezondheid en de grote milieu-impact van de veeteelt, neemt de belangstelling voor vleesalternatieven sterk toe. In Nederland staat pionier Mosa Meat al behoorlijk ver met de ontwikkeling van kweekvlees of laboratoriumvlees op basis van stamcellen: in kweekreactoren produceert de startup vlees waar geen dier aan te pas komt. Recent kreeg het bedrijf een stevige financiële injectie die het mogelijk moet maken om binnen drie jaar met een betaalbaar product op de markt te komen.
Anderzijds groeit ook de markt van plantaardige vleesalternatieven: recent kwamen producenten als Impossible Foods in de Verenigde Staten en Vivera in Nederland op de proppen met plantaardige burgers en steaks die qua smaak en textuur nauwelijks nog te onderscheiden zijn van echt vlees. Ons gewest is momenteel echter geen voorloper in deze business en dat moet veranderen, vinden parlementsleden Hermes Sanctorum en Axel Ronse. Op hun vraag laat Muyters nu onderzoeken of zulke vleesalternatieven ook in Vlaanderen kunnen ontwikkeld worden, zo schrijft Het Laatste Nieuws.
Technopolis en Blonk Consultants zullen nu een inventaris opmaken van het bestaande aanbod en bekijken waar het grootste potentieel zich bevindt. Ze gaan ook de kostprijs en de milieu-impact in kaart brengen. Fevia, de federatie van de voedingsindustrie, juicht het initiatief toe en ziet vooral mogelijkheden in de productie van vleesalternatieven op basis van microbiologische eiwitten, schimmels, gisten, wortels of algen. Van een pleidooi tegen vlees wil de organisatie echter niet weten.