Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft geoordeeld dat ‘balsamico’ geen beschermd begrip is en dus ook geen Italiaanse exclusiviteit. De uitspraak is een streep door de rekening van een beroepsvereniging van azijnmakers uit Modena.
Geen beschermd streekproduct
Hoewel balsamicoazijn oorspronkelijk uit Italië (en meer bepaald uit de provincie Modena) komt, is de term ‘balsamico’ niet beschermd. Dat heeft het Europees Hof geoordeeld. De uitspraak betekent dat het woord vrij gebruikt mag worden, ook door azijnproducenten van buiten Italië – zoals het Duitse bedrijf Balema dat onder andere ‘Deutsches Essig-Brauhaus 1868 Balsamico’ verkoopt.
De volledige benaming ‘Aceto Balsamico di Modena’ (balsamicoazijn uit Modena) is sinds 2009 wél beschermd via een zogeheten ‘beschermde geografische aanduiding’ (BGA). Een BGA biedt streekproducten bescherming tegen namaak. In dit specifieke geval mag wel enkel azijn uit Modena die naam dragen, schrijft RTL Z.
Zoetzuur
Een vereniging van Italiaanse azijnproducenten drong er daarom op aan dat Balema de benaming balsamico van zijn etiketten zou verwijderen. De zaak kwam uiteindelijk voor het Europees Hof, dat de Italiaanse eis nu dus verworpen heeft.
In zijn arrest stelt het Hof dat “de bescherming van de benaming ‘Aceto Balsamico di Modena’ zich niet uitstrekt tot het gebruik van de afzonderlijke niet-geografische bestanddelen ervan.” Kortom, de volledige term mag dan beschermd zijn, de afzonderlijke woorden zijn dat niet. Voor het Hof is de term balsamico niets meer dan een bijvoeglijk naamwoord om een kenmerkende zoetzure smaak aan te duiden.