Met het nieuwe merk Proxani zet Arvesta een volgende stap naar de verduurzaming van de voedselketen. De landbouwgroep reikt supermarktketens de hand: “We moeten samen vermijden dat de landbouw vertrekt uit ons land. Want dan zitten we pas met een probleem.”
Rendement en ecologie
Arvesta kondigt een belangrijke rebranding-operatie aan: Proxani wordt het nieuwe merk voor innovatieve veevoeders binnen de groep. Het vervangt het oude merk Dumoulin en het recent overgenomen merk For Farmers, dat in België zal verdwijnen. De nieuwe naam is een samentrekking van verschillende elementen: Pro (van en voor professionals), prox (nabijheid) en ani (van animal, dier). Proxani positioneert zich uitdrukkelijk rond duurzame innovatie en wil bewijzen dat rendement en ecologie samengaan.
“Met dit nieuwe merk willen we werk maken van de veehouderij van de toekomst”, zeggen woordvoerder Stéphanie Deleul en marketingdirecteur Sabine De veilder aan RetailDetail. Veevoer is immers een fundament binnen de voedingsketen. “Consumenten willen niet alleen lekker en lokaal, maar ook ecologisch verantwoord eten. Wij kunnen bijdragen tot de oplossingen die worden gevraagd door fabrikanten, retailers en shoppers.”
Gelijk speelveld
Het bedrijf investeert volop in innovatie: tussen 2021 en 2024 gaat het om 275 miljoen euro. Eén van de resultaten is de ontwikkeling van Euroclim-veevoeder, dat de methaanuitstoot bij melkvee en rundvee significant reduceert. “Als alle runderen in België met Euroclim zouden gevoed worden, dan zou dat het equivalent besparen van de uitstoot van 130.000 wagens per dag.” Het rundvleesmerk Pré de chez Nous, dat bij lokale slagers in de toonbank te vinden is, maakt al gebruik van dit veevoeder.
De inzet is volgens Arvesta het behoud van de Belgische landbouwsector, om de voedselvoorziening lokaal te houden: “Op vlak van ecologische voetafdruk, dierenwelzijn, traceerbaarheid, voedselveiligheid en kwaliteit zijn de producten van onze landbouwers in België best in class, zowel op wereldvlak als in Europa. Toch worden heel wat voedingsproducten geïmporteerd. De bosbessen komen vandaag weer uit Peru, waar men nog beschermingsmiddelen gebruikt die bij ons al lang verboden zijn. We ijveren voor een gelijk speelveld dat vandaag ontbreekt in de voeding, ook in Europa.”
Call to action
Arvesta vraagt ook fairplay van de foodretailers: “Moet een retailer 1+1 promoties doen op vlees en groenten? Als je gaat voor duurzaamheid, laat dat dan niet bij momenten vallen omwille van de prijs. We beseffen dat prijs niet onbelangrijk is, maar waar is de bereidheid om te betalen voor verantwoord, voor duurzaam? We hebben de oefening gemaakt voor melk: het gaat slechts om een paar eurocent meer. Dat is niet onoverkomelijk. Maar de retailer moet bereid zijn om hier in mee te gaan.”
Dit is een belangrijke call to action naar de regulerende overheden en de retailers, vinden Deleul en De veilder: “Een voorbeeld? In onze supermarkten ligt nu wel Beter Leven-kip in de rekken, maar die ligt naast andere, significant goedkopere kippen. In Nederland heeft men dat anders aangepakt: daar liggen alleen nog Beter Leven-kippen in de rekken, en dat werkt. Maar zolang je beide blijft aanbieden, maakt de prijsbewuste consument een keuze.”
Uitgestoken hand
Onze lokale landbouwsector verdient meer waardering, vindt Arvesta. “We hebben in België een aantal grote teelten: we zijn goed in alles wat te maken heeft met runderen, varkens en pluimvee. We zijn zeer goed in lokale vollegrondsgroenten als aardappelen, uien, prei… Leeft dat bewustzijn wel voldoende? Moeten we onze eigen landbouwers die topkwaliteit bieden, niet beter ondersteunen in dit verhaal?”
“Belgische landbouwers hebben per liter melk, per kilo vlees zowat de laagste ecologische voetafdruk ter wereld. Waarom zijn we daar niet trotser op en belonen we de landbouwer daar niet meer voor? We steken de hand uit naar de retailers. We willen samen werken aan de toekomst, om ervoor te zorgen dat die landbouw zeker niet vertrekt uit ons land. Want dan zitten we pas met een probleem.”