Dé Belgische snacker bestaat niet. Het grote snackonderzoek van Food in Mind en iVox heeft voor het eerst vier verschillende snacktypes geïdentificeerd. Retailers en fabrikanten kunnen hun aanbod hierop afstemmen.
1. De supersnacker
De benaming zegt het al: deze consument snackt de klok rond. Tussendoortjes zijn een deel van het leven geworden. 69% geeft aan minstens één dag per week zonder volwaardige maaltijd door te komen. Gezonde en/of biologische voeding is niet belangrijk. 66% let niet op suiker en zout. 54% eet op onregelmatige tijdstippen.
Supersnackers eten vaak hetzelfde en voelen zich wel schuldig over hun snackgedrag. Het zijn eerder introverte en neurotische profielen, rustige gewoontedieren die minder vaak buitenshuis komen. Het gaat niet om een kleine groep: één vijfde van de consumenten is een supersnacker.
De supersnacker kiest vaak voor niet zelf bereide consumpties, zowel thuis als buitenshuis, maar koopt die minder ‘out-of-home’ en meer in de supermarkt. Hij/zij verkiest warme snacks boven koude, snoept meer en eet beduidend minder fruit dan andere mensen.
2. De impulssnacker
Impulssnackers zijn veel onderweg en eten dan ook voornamelijk ‘on the go’. Het zijn echte ‘multichannelsnackers’ of nomaden, die verschillende kanalen frequenteren, waaronder zeker ook de automaat of het petrolstation. Ze gaan vaak uit eten of bestellen iets te eten. 29% van hun consumpties zijn out-of-home gekocht en gegeten.
Het is de typische consument van belegde broodjes. 50% haalt minstens één keer per week drank uit de automaat. 42% gaat tijdens de middagpauze een broodje halen in een broodjeszaak in de buurt. 33% eet minstens één keer per week een broodje of snelle hap op het werk. 70% let niet op de hoeveelheid calorieën die ze dagelijks opnemen.
Deze consumenten houden van zowel zoet als zout, zijn gesteld op variatie en proberen graag nieuwe dingen uit. Eén op acht consumenten is een impulssnacker.
3. Lichte snackers
Deze consumenten vinden gezond eten wel belangrijk maar kunnen het niet laten om wel eens te snoepen of terug te grijpen naar tussendoortjes. De automaat is echter geen optie: meestal brengen ze boterhammen mee naar het werk. 87% heeft nog nooit een meeneemmaaltijd besteld, zelf afgehaald of laten leveren op het werk.
Ze geven de voorkeur aan volwaardige maaltijden op vaste tijdstippen. Qua snacks kiezen lichte snackers vooral voor zoet als ‘guilty pleasure’. Op typische out-of-home locaties komen ze zelden, ze kopen het meest in de supermarkt of in de winkel (69%). Twee op vijf consumenten zijn lichte snackers.
4. De niet-snacker
Er zijn inderdaad ook consumenten die niet van snacken, snoepen en tussendoortjes houden, omdat voor hen het belang van gezonde voeding centraal staat. Ze zien snacken als ongezond en kiezen daarom liefst voor volwaardige maaltijden.
84% houdt van gezond eten, 77% eet graag fruit, 65% let erop zo weinig mogelijk suikers te eten. Hoewel ze ook heel wat buitenshuis consumeren, eten ze daar gezonder dan anderen. Ze kiezen vaak voor fruit als tussendoortje, doen aan sport en houden minder van zoet.
Ongeveer één op drie consumenten beantwoordt aan dit profiel.
Verzorg verschillende snacktypes
Dat foodservicebedrijven binnen éénzelfde omgeving wel degelijk verschillende snacktypes kunnen verzorgen, toont de facilitaire dienst van het UZ Leuven/Gasthuisberg, zegt Eddy Bovijn van Food in Mind.
Hier differentieert men het aanbod en past men de concepten aan in functie van het type klant: de patiënt (lang verblijf of daycare, al dan niet met begeleider), de bezoeker, het personeel, workshops met externe/internationale profs of medische experten en een take-awaycorner waar iedereen welkom is.