De Duitse discountketen Aldi opent op 7 juni haar eerste twee winkels in Shanghai: het begin van een ambitieus expansieplan op de immense Chinese markt. De retailer hoopt de groeiende Chinese middenklasse te overtuigen.
Kansen en risico’s
Het bedrijf is al enkele jaren online actief op het Tmall-platform van Alibaba en zet nu dus ook de stap naar fysieke winkels. Dit jaar zouden er al een tiental openen, maar dat moeten er vrij snel vijftig tot honderd worden. Volgens het Duitse Lebensmittel Zeitung wil Aldi zich in China wat hoger in de markt positioneren dan in de andere landen waar het actief is: met modernere winkels en een assortiment dat grotendeels bestaat uit geïmporteerde kwaliteitsproducten wil het bedrijf de steeds koopkrachtiger middenklasse in het land verleiden. Europese zuivelproducten en cosmetica bijvoorbeeld zijn erg gegeerd door Chinese consumenten.
Analist Nick Miles van IGD ziet potentieel in de expansiestrategie: tegen 2023 wordt de Chinese markt voor FMCG-producten groter dan de Amerikaanse. Wel zijn er ook risico’s verbonden aan de operatie: Chinezen zijn vooral dol op grote merken, terwijl Aldi hoofdzakelijk een huismerkspeler is. Ook verwachten Chinese consumenten meer op het vlak van digitalisering, terwijl de sterkte van de discounter juist zit in het efficiënt uitbaten van fysieke winkels.
Andere waarnemers zien deze stap ook in het licht van de rivaliteit met Lidl: die retailer heeft zijn plannen om de Chinese markt te betreden, voorlopig opgeborgen. Het initiatief komt van Aldi Süd, de tak die onder andere ook in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Australië actief is. De Benelux-winkels vallen dan weer onder Aldi Nord.