“België geen sinecure”
Corné Mulders, die verantwoordelijk is voor de expansie van de Nederlandse supermarktketen Albert Heijn in België, windt er in de zomerreeks van het Financieelde Dagblad over de “onvoltooide interne markt” geen doekjes om: uitbreiden in België is zelfs voor Albert Heijn in de grenzeloze interne markt van de Europese Unie anno 2013 geen sinecure.
De topman geeft een bloemlezing van cultuurverschillen, wetgeving en reglementen “waarvan je zou denken dat ze geharmoniseerd zijn” maar dat bij nader toezien toch niet blijken te zijn.
Van de winkelschappen…
Het begint al bij de inrichting van de vestiging, zegt Mulders in het FD: “Rond de broodafdeling moeten de lampen onbreekbaar zijn en kranen moeten automatisch gaan in Belgische supermarkten. Dat wisten we niet.”
Afval, zoals producten die over de uiterste datum heen zijn, of kapotte verpakkingen mag Albert Heijn volgens de Belgische wet niet mee terug de grens overnemen. “Terwijl we een goed systeem hebben om dat te verwerken. Nu moeten we het lokaal kwijtraken. Dat werkt averechts.”
Corné Mulders klaagt ook over de beperkingen die België oplegt aan de producten die in de AH-schappen mogen worden gelegd, ondanks het principe van de Europese interne markt dat een product dat in het ene land is toegestaan, ook in een ander EU-land op de markt mag worden gebracht. Bepaalde schoonmaakmiddelen worden geweerd omdat ze niet voldoen aan afwijkende Belgische voorschriften.
Verder mag Nederlandse chocolademelk in België niet onder die naam worden verkocht: chocolademelk moet gesmolten chocolade bevatten, enkel cacao mag niet. Al leverde de afwijkende regel dat in ons land alleen mayonaise met minimaal 80% olie mag worden gemaakt wel een heel nieuw huismerkproduct op in de Nederlandse schappen: Belgische mayonaise.
Uiteraard is ook het Belgische verbod op verkoop onder de kostprijs de Nederlander een doorn in het oog. Dat houdt de prijzen volgens Mulders kunstmatig hoog. Enkele succesvolle Nederlandse acties kunnen daardoor in België niet doorgaan, klinkt het.
…tot de arbeidsmarkt
Grote problemen heeft de Nederlandse supermarkt ook met de arbeidsmarkt. “We wilden de eerste winkel opstarten door tijdelijk mensen uit Nederland in te zetten, maar daarvoor moet je een hele expatregeling opzetten”, herinnert Mulders zich nog levendig.
Ook de hoge administratieve lasten noemen ze in Zaandam een “behoorlijk obstakel voor grensoverschrijdend ondernemerschap”. Het vrije verkeer van werknemers blijkt in de praktijk een “nogal inhoudsloos concept”.
En dan is er nog die al te “rigide arbeidsmarkt” in België, die tot hogere kosten leidt. Zo mogen Belgen maar tot 8 uur ’s avond werken of niet minder dan 20 uur per week, terwijl studenten maar 8 uur inzetbaar zijn. De winkels moeten daardoor heel anders georganiseerd worden dan in Nederland, aldus nog Corné Mulders in het FD.