In de Verenigde Staten is een nieuw soort biervat de inzet van een felle juridische strijd tussen AB Inbev en Heineken. Het biervat is bedoeld om tapbier in kleinere hoeveelheden te verkopen en garandeert bovendien dat het bier langer ‘vers’ blijft.
Kwaliteit boven kwantiteit
Uit onderzoek blijkt dat Amerikanen steeds minder bier drinken, maar wel bereid zijn meer te betalen voor kwaliteit. Sinds jaar en dag wordt bier getapt uit grote stalen vaten, maar tegen de achtergrond van het dalende biervolume is dat een probleem, omdat de smaak van het bier uit zo’n traditioneel vat na enige tijd aangetast wordt door contact met het gecomprimeerd gas dat de druk op het vat houdt. Het is dus zaak om het bier snel te consumeren of om het te verpakken in kleinere hoeveelheden.
Bovendien hebben beide biergiganten zich ook meer gericht op kleinere bars en restaurants, die vaak geen grote tapinstallatie willen of kunnen installeren, maar uiteraard wel vers getapt bier willen blijven schenken. Getapt bier smaakt voor de meeste mensen immers nog altijd veel beter dan flesjesbier of bier uit een blikje.
Zakje
De twee grootste brouwers ter wereld hebben nu elk een nieuw, maar erg gelijkend, biervaatje ontwikkeld waarin het bier ook nog in een zak zit. Het bier komt dus niet rechtstreeks in contact met het gas, waardoor de kwaliteit langer gegarandeerd blijft. Een bijkomend voordeel van de installatie is dat ze, door de geringe omvang, zowat overal geplaatst kan worden.
AB Inbev en Heineken verwijten elkaar nu dat ze de technologie voor die vaatjes hebben gekopieerd. Of er sprake is van octrooi-inbreuken, zal onderzocht worden door de Amerikaanse Internationale Handelscommissie. Het zou wel eens een lange strijd kunnen worden, want een vonnis wordt niet voor begin volgend jaar verwacht.