Het aantal detailhandels in vlees en vleesproducten is de afgelopen vijf jaar met 10% afgenomen. Daarnaast valt op dat heel wat slagers al de 50 of 55 voorbij zijn. Bij gebrek aan instroom dreigt de opvolging problematisch te worden.
Hele voedingshandel deelt in de klappen
Het aantal detailhandels in vlees en vleesproducten is tussen 2009 en 2014 met 10,1 procent afgenomen, zo leert een analyse die het NSZ en de Landsbond der Beenhouwers maakte op basis van cijfers van de FOD Economie. Eind 2014 bleven er in heel België 3.714 zulke verkooppunten over, waarvan zo’n 2700 zelfstandige, ambachtelijke slagerijen (cijfers voor 2015 zijn nog niet beschikbaar). In 2009 waren er nog 4.131 slagers.
Met een daling van 10% mag de sector het dan al minder slecht doen dan de bakkers (-16% op vijf jaar tijd) en de viswinkels (-15%), “toch zijn het voor de zelfstandige slagers absoluut geen evidente tijden”, zegt Ivan Claeys, voorzitter van de Landsbond der Beenhouwers. “Door de enorm hoge personeelskost en het feit dat de sector ‑ anders dan de horeca ‑ geen flexi-jobs kreeg, stoten ze steeds meer hun cateringdiensten af.”
Qua lokale voedingswinkels houden eigenlijk enkel de groeten- en fruitwinkels nog enigszins het hoofd boven water: daar blijft de daling beperkt tot 6%. “Toch blijft het voor elke lokale voedingswinkel stevig knokken tegen de supermarktketens en nu ook de maaltijdboxen, die online besteld worden en thuis geleverd, zoals Smartmat of Hello Fresh”, stelt NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws vast. “Zij hebben het voordeel een ‘one stop shop’ te zijn, maar kunnen dan weer niet de kwaliteit en de expertise bieden die de slager in huis heeft.”
Vergrijzing slaat toe
De zelfstandige slagers zitten nog met een bijkomend probleem: heel wat van hen zijn nu 50- en zelfs 55-plusser en zullen binnen dit en 10 jaar hun zaak overlaten of verkopen. “Vraag is of zij nog gemakkelijk opvolgers zullen vinden. Heel wat jongeren die nu een slagersopleiding volgen, geven er immers de voorkeur aan om in vast dienstverband te werken bij één van de ketens”, aldus Ivan Claeys.
Daarom willen beide organisaties het beroep van zelfstandige slager in de verf zetten en promoten bij jongeren, te beginnen tijdens de Week van de Slager net na de paasvakantie. “Dat is nodig om binnen 10 jaar niet enkel eenheidsworst op het bord te krijgen”, klinkt het bij het NSZ en de Landsbond der Beenhouwers.