Flink wat consumentenelektronica ligt nutteloos in ladekastjes of – erger – belandt op de vuilnisbelt. De oplossing: breng de producten en onderdelen zo veel mogelijk in een kringloop. Het kan, maar er is geen “one-size-fits-all”-oplossing.
Groeiende afvalstroom
In 2019 zal de consumentenelektronicamarkt in Europa zo rond de 350 miljard euro waard zijn, waarbij de groei vooral zal komen van smartphones, tablet pc’s en computers. Met name de relatief korte levensduur van smartphones zorgt voor een enorme berg aan niet-gebruikte apparaten die ongebruikt bij de eerste eigenaar blijven of worden afgedankt.
Volgens de NGO Green Alliance gaat in de VS circa 90% van alle mobieltjes naar de stort. Dat is doodzonde: niet alleen in ecologisch, maar ook in economisch opzicht. In Europa is ‘e-waste’ (communicatieapparatuur, huishoudelijke apparaten, TV’s etc.) een van de snelst groeiende afvalstromen, aldus de EU. Naar verwachting zal deze stroom in 2020 circa 12 miljoen ton per jaar bedragen; in 2005 was dat nog 9 miljoen ton.
Illegale export
Nu is dit e-afval geen homogene stroom, maar een complexe mix van verschillende materialen (metalen, kunststoffen, chemicaliën) die schadelijke gevolgen kunnen hebben voor mens en milieu. De beelden van Afrikaanse jongeren die elektronica-onderdelen ‘oogsten’ en daarbij schadelijke dampen inademen, staan nog steeds op het netvlies. Deze vaak illegale ‘export’ vindt nog steeds plaats, omdat deze praktijk goedkoper is dan recycling.
Om de kringloop van elektronische apparaten en onderdelen zoveel mogelijk intact te houden, heeft de EU twee directieven opgesteld: de WEEE Directive en RoHS Directive. De eerste maatregel is gericht om de inname van elektronische apparatuur zo veel mogelijk te stimuleren: de drempel om apparaten in te leveren, moet omlaag. De andere maatregel is gericht om het gebruik van gevaarlijke stoffen aan banden te leggen. Daarbij gaat het onder meer om bepaalde brandvertragers: die brengen bij recycling gezondheidsrisico’s met zich mee.
Levendige handel
Recycling is slechts één circulaire route die mogelijk is voor elektronica. Allereerst kan de levensduur van individuele apparaten worden verlengd. Momenteel is er al een levendige handel in tweedehands-elektronica, waarbij Apple-spullen het meest gewild zijn. In 2013 was de geschatte omzet van Apple-smartphones op eBay een slordige twee miljard euro. Ook laptops zijn populair: in het Verenigd Koninkrijk alleen al werd in 2013 voor 720 miljoen Britse ponden (toen 1,2 miljard euro) besteed aan twee tot drie jaar oude laptops.
Naast de handel in gebruikte apparatuur is er ook een levendige handel in reserve-onderdelen: over het Kanaal alleen al tien miljoen pond per jaar. Inmiddels zijn er verschillende partijen die deze spullen opkopen en refurbishen. Ook Apple doet dit al in een beperkt aantal landen, waaronder de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en India.
Software voor langer leven
Nu hangt de levensduur van elektronica, met name in telecom, af van de software en ondersteuning van het product. Veelal heeft deze slechts een beperkte levensduur, waardoor bijvoorbeeld de mogelijkheden om apps te gebruiken op den duur beperkt is. Daardoor switcht een deel van de consumenten naar een nieuwer model.
Een langere (software)ondersteuning zou de levensduur bij de eerste eigenaar kunnen verlengen. Hierdoor lopen producenten en retailers wel het gevaar dat de omzet in nieuwe modellen daalt. Anderzijds zouden software-updates ook de oude modellen zodanig kunnen prepareren dat deze draaien met beperkte mogelijkheden. Deze route zou een nieuwe markt voor smartphones aan kunnen boren, namelijk de oudere en/of minder draagkrachtige consumenten die zich geen splinternieuwe modellen kunnen veroorloven.
Hergebruik
Daarmee komt de volgende optie in beeld: het hergebruik van elektronica. Momenteel komt slechts een deel van de niet-gebruikte apparaten terug in een kringloop, terwijl er nochtans een levendige markt voor is. Zo verkoopt Mobiles.co.uk relatief nieuwe ‘refurbished’ modellen op de Britse markt en heeft Leapp zich op de Nederlandse en Belgische markt opgeworpen als een van de grootste refurbishers van Apple-elektronica.
Essentieel is om de gebruikte elektronica in te nemen: als consumenten daar geld voor krijgen, is dat niet zo’n grote stap. Dat geldt echter niet voor andersoortige elektronica en/of elektrische apparaten. Ook in dit traject kunnen retailers een rol spelen. Zo zamelt Wecycle in Nederland 45 miljoen kilo aan elektronische apparaten per jaar in, via de Wecycle-inleverbakken die in circa 3600 winkels staan.
Recycling makkelijker maken
Een andere voorwaarde voor een langere levensduur is dat bepaalde onderdelen, met name het beeldscherm en de batterij, gemakkelijk kunnen worden vervangen. Deze onderdelen vormen meer dan 75% van alle reparaties van tablets en smartphones. Als producenten hun apparaten zo ontwerpen dat zulke ingrepen relatief goedkoop zijn, zullen consumenten eerder geneigd zijn ze door te voeren. Wel zijn er nog behoorlijke verschillen: zo kost een schermvervanging van een iPhone aanzienlijk minder tijd dan een HTC, aldus de website iFixit.
Circulair design, het ontwerpen van een toestel met het oog op het levenseinde, is een voorwaarde om de levensduur van apparaten en individuele onderdelen te verlengen. Dell, een van de grootste computerproducenten, werkt al jaren volgens dit principe. Zo ontwerpen de ingenieurs van Dell de pc’s zodanig, dat onderdelen gemakkelijker vervangen kunnen worden. De ingenieurs bezoeken ook regelmatig recyclingbedrijven om nieuwe ideeën en inspiratie op te doen.
Kunststoffen in kringloop
Het ‘design for disassembly’ (ontmantelen) maakt ook dat de individuele componenten gemakkelijker ‘geoogst’ kunnen worden. Dat geldt vooral voor de kostbare metalen die worden gebruikt. Daarnaast zijn er minder dure onderdelen, bijvoorbeeld de kunststof behuizing, die idealiter ook in een kringloop worden gebracht.
Ook op dit gebied heeft Dell een initiatief gelanceerd, waarbij het in toenemende mate gerecycleerd kunststof wil gebruiken voor haar apparaten. Deze kunststof kan afkomstig zijn van oude Dell-apparatuur (het bedrijf neemt via programma Dell Reconnect oude apparaten terug) of van andere producten zoals petflessen of cd-houders.
Biokunststoffen
Een andere route is het gebruik van hernieuwbare grondstoffen, dus niet kunststoffen uit olie, maar uit biomassa. Deze – vaak niet-afbreekbare – kunststoffen hebben als voordeel dat ze vaak een gunstigere CO2-footprint hebben. Immers, de biomassa waarop deze kunststoffen zijn gebaseerd, heeft al CO2 opgenomen.
Inmiddels zijn er al een aantal producten op de markt die deels biogebaseerde kunststoffen bevatten. Het Taiwanese Kuender gebruikt polymelkzuur voor de fabricage van hoogglansbehuizing van bijvoorbeeld tablets en laptops. Ook beeldschermen kunnen deels worden ‘verbiobaseerd’. Zo heeft het Japanse Mitsubishi Chemical een deels biobased, niet-afbreekbaar plastic ontwikkeld dat Sharp Electronics heeft ingezet als scherm voor een model smartphone. Momenteel worden deze kunststoffen mondjesmaat ingezet, maar de verwachting is dat hun rol belangrijker zal worden, gezien het potentieel om de CO2-belasting in consumentenelektronica te reduceren.