Een protectionistische reflex waait door Europa, nu de coronacrisis ook de handel en de voedselproductie hard treft. Toch gaan de landen er verschillend mee om, en niet altijd volgens de Europese regelgeving.
“Frankrijk moet zelfredzamer worden”
In tijden van onzekerheid is het een veel voorkomende eerste reactie om te willen beschermen wat dichtbij is en te wantrouwen wat van buitenaf komt. Zelfs Frans president Macron, normaal een voorvechter van globalisering en vrije markten, heeft verklaard dat de Franse landbouw en voedingsindustrie zelfstandiger en zelfredzamer moet worden. Eerder hadden de Franse supermarkten al beloofd om zo veel mogelijk groenten en fruit van eigen bodem in de winkelrekken te leggen.
De oproepen om Belgisch te kopen en te ‘winkelhieren’ zijn ook in België niet op een hand te tellen, waarbij de modesector er zelfs in is geslaagd om als enige – of althans eerste – land van Europa koopjes tot 1 augustus te laten verbieden, met als doel de branche de kans te geven eerst op adem te kopen.
Terwijl Italië rekent op export
Interessant genoeg is in Italië net het omgekeerde aan de hand, zo observeert onder meer FoodNavigator. Daar zijn ze al volop bezig met strategieën om de Italiaanse economie te herstellen, en wordt de blik alweer verruimd naar export. De Italianen kijken naar het buitenland voor broodnodige inkomsten.
Bovendien is er in het land zelf, vanwege de gezondheidscrisis en de daaropvolgende economische recessie, vooral een grote vraag naar goedkope basisproducten, die ironisch genoeg vaak uit het buitenland moeten komen. Aan de kwalitatieve Italiaanse voedingswaar, zoals kazen, charcuterie en wijn, is momenteel even minder nood. Terwijl de rest van Europa de kasten vult met pasta, hamsteren Italianen bonen en meel.
Afbrokkeling van de vrije handel?
Niks mis met de lokale economie een duwtje in de rug te willen geven, maar Europese handelsfederaties waarschuwen toch ook voor de gevaren van zo’n protectionistische reflex. Kwaliteit, diversiteit en prijzen kunnen allemaal gaan lijden onder een afbrokkeling van de vrije en internationale handel. Nu al worden het goederenverkeer en de in- en uitvoer belemmerd door gesloten grenzen en het gedeeltelijke stilvallen van het bedrijfsleven, met kelderende inkomsten tot gevolg.
Een zesde van de voedselinvoer in België komt uit ontwikkelingslanden, stipte Fairtrade Belgium vorige week nog aan. Als er niet solidair en met een open blik op de wereld wordt gehandeld, dreigen de internationale toeleveringsketens in elkaar te vallen en… dreigen we weer cichorei te moeten gaan drinken in plaats van onze zeven miljard jaarlijkse kopjes koffie, klinkt het daar.
Verdeeldheid in de EU
Binnen de EU heerst dan ook verdeeldheid, net zoals al uit de aanpak van de gezondheidsmaatregelen zelf bleek. Het doet nu de vrees rijzen dat lidstaten de Europese wetgeving en richtlijnen rond de eengemaakte markt in de wind zullen slaan als ze niet langer in hun kraam passen. Dat zou dan weer voor onduidelijkheid, versnippering en verdere verdeeldheid zorgen.
Onder druk van de landbouwlobby zou Frankrijk het alvast niet zo nauw nemen met de Europese regelgeving rond het labelen van de origine van ingrediënten. Recente wetgeving dicteert dat producenten bij melk en vlees moeten aanduiden waar de koeien vandaan komen, en kaas bijvoorbeeld niet zomaar Frans mogen noemen als ze met Belgische melk is gemaakt, maar Macron besliste om zich daar niet aan te houden. Komt de Europese eengemaakte markt straks sterker of net zwakker uit de coronacrisis?