Wibra België heeft het faillissement aangevraagd. De directie blijft niettemin bij het plan om een doorstart te maken met een deel van de winkels.
“Geen andere optie”
Nadat de ondernemingsrechtbank van Gent donderdag het reorganisatievoorstel van het Belgische management van Wibra heeft afgewezen, heeft de directie het faillissement aangevraagd. “Na kort beraad bleef voor de directie geen andere optie over”, luidt het.
De directie heeft deze zomer het plan opgevat om 36 van de 81 Belgische winkels over te nemen, en de rest van de vestigingen af te stoten. Aangezien de rechtbank nu echter geen groen licht heeft gegeven voor die reorganisatie, valt ook de gerechtelijke bescherming weg die de keten sinds eind juli genoot. Aangezien de Belgische afdeling van Wibra naar eigen zeggen al lang verlieslatend is en de coronacrisis daar nog een schep bovenop deed, werd het faillissement volgens het management onafwendbaar.
Toch rekent de directie van de keten nu op een snelle doorstart voor een “aanzienlijk deel van de winkels”. Of de belofte om exact 36 winkels en 183 medewerkers te behouden overeind blijft, zegt het bedrijf er momenteel niet expliciet bij. Wel hoopt Wibra in de volgende dagen duidelijkheid te krijgen in “het voorliggende scenario” en al alle medewerkers te kunnen vertellen of ze al dan niet een nieuwe arbeidsovereenkomst krijgen. Door het faillissement krijgen alle 439 medewerkers hun ontslag.
439 ontslagen
Voor wie geen nieuw contract krijgt, rekent de onderneming erop dat “de beschikbare middelen binnen de failliete organisatie maximaal aangewend zullen worden om alle betrokken medewerkers correct te vergoeden”. De grote anciënniteit van het personeel vormt mogelijk een probleem bij de ontslagvergoedingen: liefst 40% van de medewerkers werkte al dertig jaar lang voor de retailer.
Vakbond BBTK toont zich echter minder overtuigd van de doorstartmogelijkheden. De vakbond vreest dat winkeleigenaren niet zomaar nieuwe huurcontracten zullen geven en legt de schuld van het faillissement bij het management zelf. Ze zouden niet hebben geïnvesteerd de winkels en het personeel, en hebben onvoldoende opzij gezet “voor slechte tijden”, aldus afgevaardigde Bart Leybaert tegenover Trends.