V&D heeft 2016 net niet gehaald. De warenhuisketen is op de valreep van 2015 nog failliet verklaard. Dat maakt het makkelijker om een overnemer te vinden. De leveranciers blijven intussen met meer dan 53 miljoen euro aan onbetaalde rekeningen zitten.
Snel van surseance naar faillissement
V&D kreeg net voor Kerst een surseance toegekend door de rechtbank in Amsterdam. Daardoor was de warenhuisgroep tijdelijk beschermd tegen zijn schuldeisers. Het bood de aangestelde bewindvoerders de tijd om te beoordelen of de keten, ondanks de rode cijfers van de afgelopen jaren, op langere termijn toch levensvatbaar kon zijn, eventueel in een afgeslankte vorm. De surseance betrof overigens niet alleen de warenhuizen van het concern, maar ook de restaurants van La Place.
Eerst zag het er naar uit dat de bewindvoerders tijdens de periode van surseance ook gingen benutten om de toestand bij het concern nauwgezet in kaart te brengen en er vervolgens de beste optie uit te nemen. Zo ver is het echter niet gekomen. Sneller dan verwacht zijn ze naar de rechtbank gestapt om het faillissement aan te vragen. Tienduizend mensen zien zo op de overstap van 2015 naar 2016 hun job op de helling komen.
De keuze voor het faillissement biedt, behalve voor de leveranciers die nog gelden te goed hebben, ook voordelen. Het bedrijf kan nu zonder schuldenlast worden overgenomen.
Doorstart in afgeslankte vorm, overname of combinatie
Belangstelling voor een aantal winkels van V&D en voor La Place is er trouwens voldoende. De afgelopen dagen kregen de bewindvoerders meldingen van tientallen geïnteresseerden.
Er kan ook nog altijd worden geopteerd voor een doorstart. Zo zou het management van V&D voorstander zijn van een doorstart met 25 à 30 van de 62 winkels die rendabel zijn. Daarbij zou de bedrijfsleiding ook de samenwerking willen voortzetten met La Place. Voor de restaurants die niet aan een winkel gekoppeld zijn, zou een andere oplossing gevonden kunnen worden.
Winkels blijven gewoon open
De winkels blijven in afwachting van een definitieve oplossing trouwens gewoon open. Hoewel de leveranciers afhaakten, zijn er nog genoeg voorraden beschikbaar. Bovendien werd vrij snel de webshop gesloten, zodat ook die voorraden kunnen worden aangesproken in de klassieke winkels.
De werknemers zullen tot de definitieve afhandeling van het faillissement worden betaald door UWV, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.
Einde van stuk geschiedenis
Met het faillissement komt niettemin een einde aan een brok retailgeschiedenis. Het winkelbedrijf werd al in 1887 opgericht door de zwagers Willem Vroom en Anton Dreesmann, die in Amsterdam samen een kleding- en stoffenwinkel openden. Sinds 2010 is het concern in handen van het investeringsbedrijf Sun Capital. Maar misschien schiet naast de oude boom nu wel een nieuwe tak uit.