Uplace doet definitief afstand van zijn project om een gigantisch winkelcentrum te doen verrijzen langs het viaduct van Vilvoorde. De vastgoedontwikkelaar steunt nu volop het alternatief van professor Alexander D’Hooghe, die van het terrein een werkwinkelwijk wil maken.
Broeklin
In juni vorig jaar stelde D’Hooghe reeds de grote lijnen van zijn werkwinkelwijk voor. Nu hebben die plannen een veel concretere invulling gekregen. Om te beginnen is er een nieuwe naam: Broeklin is een verwijzing naar zowel de werktitel Broeksite als naar Brooklyn. “Het New Yorkse stadsdeel heeft eveneens een rijke industriële geschiedenis, maar na het wegtrekken van die industrie is Brooklyn uitgegroeid tot een bruisende stadswijk voor zijn diverse bevolking. De pakhuizen kregen er dan ook een andere invulling, gericht op de sociaaleconomische noden van de stad”, vertelt Jan Van Lancker, CEO van Uplace.
Centraal in het project staan drie moderne hallen voor de maakindustrie. Die zijn ingeplant in een groot ecologisch park van 36.700 m². “Er is zowel kleine als grote productie mogelijk. Bovendien sluiten de hallen aan bij de omgeving van de Kanaalzone waar oude loodsen steeds vaker een nieuwe invulling krijgen, denk maar aan Tour en Taxis in Brussel”, verduidelijkt D’Hooghe. De maakwinkels op de site worden omgeven door KMO-units, grote productievloeren, kantoren, horeca en opleidingscentra. “Elke hal brengt dus een divers aanbod met als resultaat een kruisbestuiving die uitmondt in een dynamisch ecosysteem in en rond de site”, meent D’Hooghe.
“Invulling nauwgezet bewaken”
Het is de bedoeling om tegen de zomer een omgevingsvergunning aan te vragen, schrijft De Standaard. Volgend jaar zouden de werken dan kunnen beginnen, tenzij er alsnog klachten worden ingediend. De kostprijs van het hele project wordt geraamd op een half miljard euro.
Zelfstandigenorganisatie Unizo maakt zich alvast zorgen: er is goedkeuring dat Uplace afstapt van de oorspronkelijke megashoppingformule, maar toch stelt gedelegeerd bestuurder Danny Van Assche zich nog steeds vragen bij de haalbaarheid van het hele project. “55.000 vierkante meter opvullen met circulaire maakwinkels klinkt verre van evident. De bezetting moet wel degelijk volgens dit concept gebeuren. Wat als ze die niet blijken te vinden wanneer het complex er effectief staat?“, luidt zijn commentaar.
“Het voorbeeld van Docks Bruxsel illustreert hoe gauw zo’n project dan toch weer verglijdt naar een banaal megashoppingscenter, met daarin de grote usual suspects onder één dak. En daar blijven we tegen.”