Hoorzitting maat voor niets?
De hoorzitting in de commissie ‘Brussel en Vlaamse Rand’ van het Vlaams Parlement over “de gevolgen van vestiging van grote winkelcentra” heeft gisteren meer vragen dan antwoorden opgeleverd, zo meldt persbureau Belga.
De parlementsleden vonden het niet kunnen dat ze geen objectieve cijfers krijgen, bijvoorbeeld over het aantal extra autoverplaatsingen dat met de inplanting van Uplace gepaard zou gaan. De professoren Dirk Lauwers (UGent) en Kobe Boussauw (VUB) maakten brandhout van de Toetsingsnota van Antea Group in hun paper “Over de rol van cijfers in het Uplace-debat”. Een aantal commissieleden liet zich ook sceptisch uit over de tegengestelde conclusies in de studies van IDEA Consult en WES research & strategy over de economische impact op de winkelcentra van omliggende steden als Vilvoorde, Meise, Leuven of Aalst.
Uiteraard kwam ook de jobcreatie ter sprake. Zo begreep Matthias Diependaele (N-VA) niet goed “dat belastinggeld wordt gebruikt om de shoppingcentra Neo en Docks in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te steunen, maar dat in Vlaanderen de vrije markt niet mag spelen voor Uplace, een project dat 3.000 jobs zou kunnen opleveren”. Al plaatst het Interregionaal Platform vraagtekens bij dat cijfer.
“Concurrentie voor eigen winkelprojecten”
Voor de zitting had Uplace-topman Bart Verhaeghe (foto) al een serieus schot voor de boeg gelost door de grootste tegenstanders van Uplace – de steden Mechelen, Vilvoorde en Leuven – te omschrijven als zijn “grootste concurrenten”: volgens Verhaeghe plannen ze namelijk zelf winkelcentra.
In een nota aan zakenblad Trends gaf Kristof Lemahieu, de ‘general counsel’ van Uplace, meer details: “De bezwaarschriften van de steden Mechelen, Vilvoorde en Leuven tegen onze plannen zijn gebaseerd op twee argumenten. Uplace zou de winkels in de kernsteden concurrentie aandoen en het zou een negatieve impact hebben op de mobiliteit. De vraag is of de echte reden niet is dat deze drie steden zelf grote winkelcentra plannen.”
De Uplace-raadsman verwijst bijvoorbeeld naar de geplande ontwikkeling van een retailpark van 27.500 m² in de lus van de R6 ter hoogte van de N16 in Mechelen-Noord. Vilvoorde zou dan weer de plannen steunen van Alcopa voor de ontwikkeling van 30.000 m² kleinhandel en vrijetijdsvastgoed in de voormalige Renault-gebouwen, terwijl het Stadsontwikkelingsbedrijf van Leuven in februari 2015 meer dan 51.000 m² voorzag voor een retailproject aan de Vaartkom en er in Leuven ook plannen zijn voor een retailpark van 10.000 m² aan de Aarschotsesteenweg. Al vinden de betrokken burgemeesters die lezing te kort door de bocht.