“Winkelhieren”, een woord dat bedacht werd door Unizo en zoveel betekent als “lokaal shoppen”, is verkozen tot woord van het jaar 2019. Of het woord in de toekomst ook veel gebruikt zal worden, is volgens experts echter zeer twijfelachtig.
Lokaal en bewust kopen
Het nieuwe woord van het jaar werd bedacht naar aanleiding van een Unizo-campagne om lokaal winkelen te promoten. De opkomst van het internet maakt dat steeds meer Belgen online kopen, en dat doen ze niet zelden bij buitenlandse webshops. Met de campagne wilde de middenstandsorganisatie de consument aanzetten om bewust en lokaal te kopen.
Van Dale had negentien woorden genomineerd voor woord van het jaar. Uiteindelijk brachten 9000 mensen hun stem uit, ongeveer een derde daarvan koos voor winkelhieren. “Klimaatspijbelaar” eindigde op de tweede plaats met 17% van de stemmen. “Egelwegel”, een doorgang voor egels tussen tuinen, werd derde.
Doeltreffende campagne
Dat winkelhieren het uiteindelijk gehaald heeft, heeft alles te maken met de campagne van Unizo, meent Ruud Henderickx, taaladviseur van de VRT en hoofdredacteur van de Vlaamse Van Dale. De campagne haalde zelfs het televisienieuws. “Het gebeurt nog dat campagnewoorden het goed doen en in de lijst genomineerden of in de top drie belanden. Natuurpunt heeft bijvoorbeeld campagne gevoerd voor egelwegel”, vertelt Henderickx in De Morgen.
Toch biedt de verkiezing geen garantie dat het uitverkoren woord echt in het dagelijks taalgebruik zal worden opgenomen. In het geval van winkelhieren is de kans zelfs eerder gering, stelt Henderickx: “Je voelt aan dit woord vooral zo goed dat het geconstrueerd is, bedacht met een doel. Meestal zijn dat geen blijvers, omdat ze geen gat in de taal vullen. Klimaatspijbelaar doet dat wel, want dat is een zeer korte en dus handige manier om het te hebben over jongeren die niet naar school gaan omdat ze willen strijden voor klimaatactie. Selfie, het woord van het jaar 2013, doet dat ook. Winkelhieren niet. We doen het wel, bij handelaren van hier winkelen, maar er is niet echt nood aan een woord daarvoor.”