Multinationals als Unilever staan voor grote milieu-uitdagingen, zowel door de CO2 die ze zelf uitstoten als door de impact die ze hebben doorheen de hele productieketen. Volgens CEO Sophie Souied van Unilever Belux zijn bedrijven die niet inzetten op duurzaamheid gedoemd om te verdwijnen.
Palmolie
Veruit de belangrijkste grondstof voor Unilever is de (omstreden) palmolie: die zit in zowat alle snacks en huishoudproducten van het bedrijf, van chocolade tot shampoo. Palmolie is erg omstreden omdat de aanleg van palmplantages een van de oorzaken is van de ontbossing, met name in Zuidoost-Azië.
Sinds er door Greenpeace werd gewezen op de schimmige herkomst van nogal wat palmolie, is Unilever overgestapt op fysieke certificaten, zodat duidelijk is waar de olie vandaan komt. “In 2018 zaten we aan 66% fysiek gecertificeerde palmolie, tegen het einde van dit jaar willen we aan 100% zitten”, zegt Souied. “Ik ontken niet dat dat een uitdaging is, maar we kunnen snel vorderingen maken. Sinds dat rapport heeft ook Wilmar, de grootste palmoliehandelaar, veranderingen ingevoerd, waardoor Greenpeace zijn campagne tegen het bedrijf gestaakt heeft.”
Plastic
Een tweede grote uitdaging voor Unilever is plastic: om al zijn producten te verpakken heeft de multinational er duizenden tonnen van nodig. “We zetten in op drie assen: minder plastic, beter plastic en geen plastic meer”. Naast onderzoek om minder plastic te gebruiken in verpakkingen, probeert het bedrijf zo veel mogelijk te recycleren – bijvoorbeeld in samenwerking met Ioniqa, dat een techniek ontwikkeld heeft om PET volledig te recycleren. Verder zoekt Unilever naar alternatieven voor plastic, zoals tandenborstels van bamboe of detergenten zonder plastic verpakking.
Door de groeiende wereldbevolking en de toenemende consumptie in de ontwikkelingslanden zou de vraag naar plastic tegen 2050 verviervoudigen. Voor Souied is er dan ook maar één echte oplossing, met name een circulair model. Daar zijn we op dit moment nog ver van verwijderd: wereldwijd wordt vandaag slechts 5% van alle plastic gerecycleerd.
CO2
Unilever wist de CO2-uitstoot van zijn fabrieken sinds 2008 met bijna de helft terug te dringen. Over de hele keten nam die uitstoot wel toe met 9%, terwijl het bedrijf zelf groeide met 33%. “We willen tegen volgend jaar volledig op groene elektriciteit werken en compleet CO2-neutraal zijn tegen 2030. Dat gaat lukken. Het doel is zelfs meer groene energie te genereren dan we nodig hebben. In de Nederlandse fabriek van Ben & Jerry’s worden reststromen omgezet in groene stroom en warmte. Door energiemaatregelen bespaarden we sinds 2018 al 500 miljoen euro”, zegt Souied.
Verantwoordelijkheid
De CEO geeft ook aan zich niet te zullen verzetten tegen een eventuele milieutaks van de volgende regering. “Wij geloven in de hefboom van een prijs op koolstof. Een CO2-taks is de beste manier om vervuilers voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen”, klinkt het.
De CEO benadrukt ook de verantwoordelijkheid van grote bedrijven als Unilever om dingen in beweging te brengen: volgens haar hebben die bedrijven ook geen andere keuze dan te kiezen voor een duurzaam model en zullen ze moeten veranderen om te blijven bestaan. “Alleen verantwoorde bedrijven hebben een toekomst. Onze medewerkers, consumenten en aandeelhouders rekenen ons hierop af. Jonge medewerkers willen niet meer werken voor een bedrijf dat deze waarden niet ter harte neemt.”