Wellicht het mooiste winkelpand van Antwerpen is Juwelenhuis Ruys, een beschermd monument in art-nouveaustijl. Eigenaar Jean Van der Haegen zet de juweliersactiviteiten nu stop. Wat komt er in de plaats?
Geen opvolgers
Het einde van een tijdperk: op 27 april valt het doek voor Juwelenhuis Ruys, de iconische juwelierszaak aan de Sint-Jorispoort in Antwerpen. Van der Haegen, die de vijfde generatie van de familiezaak vertegenwoordigt, vond geen opvolgers en de familie besloot daarom de zaak van de hand te doen: “Twee jaar geleden hebben we het pand verkocht. De overeenkomst voorzag dat ik het handelsfonds overnam om het aan een jongere uitbater over te dragen. Ondanks mijn inspanningen ben ik daar niet in gelukt. De koper wil nu zelf een huurder zoeken.”
Het pand kreeg zijn huidige vorm in 1902, toen de familie het huis liet samenvoegen met twee aanpalende panden en grondig liet verbouwen in art-nouveaustijl door architect Ferdinand Truyman. De Antwerpse kunstenaar Emile Delrue stond in voor de binnenhuisdecoratie en de plafondschilderingen in het bureau en de trappenzaal.
Oesterbar of brasserie?
“Dit is het mooiste winkelpand van Antwerpen, maar voor juweliers is de ruimte wat te groot, en bovendien moeilijk te beveiligen volgens de huidige standaarden. Ik dacht dat het een soort galerij kon worden waar goudsmeden en andere ontwerpers een vitrinekast kunnen huren om hun werk te tonen. Je zou hier vernissages kunnen organiseren, er een showroom van maken, of een brasserie in combinatie met kunst. Het geklasseerde interieur en het meubilair moeten intact blijven.”
Van der Haegen sprak wel kandidaten die er een oesterbar of een brasserie wilden vestigen, maar vond geen geïnteresseerde juweliers of antiquairs. “Ik wilde liever dat het een ruimte werd voor de tentoonstelling van iets moois dan van iets lekkers. Maar de trend is lekkers. Spijtig, want het is ontworpen om mooie dingen te tonen en ik vond dat het zo moest blijven..”
Picasso geïnspireerd
Dat een handelszaak meer dan 185 jaar op dezelfde locatie wordt uitgebaat door dezelfde familie, is zeer uitzonderlijk. In 1806 kochten de ouders van de Antwerpse edelsmid Jacobus Ruys het pand om er zijn atelier en woning in te vestigen. Vanaf 1854 opende de edelsmid daar ook een winkel waar hij de juwelen en het zilverwerk dat hij zelf ontwierp verkocht.
Hij werd in de zaak opgevolgd door zijn oudste zoon Albert, die huwde met de dochter van een andere bekende juweliersfamilie, de familie Ramboux die een winkel had in de Korte Koepoortstraat. Samen gaven zij in 1902 het pand zijn huidige vorm en uitstraling.
Zijn zoon Raymond Ruys, de derde generatie, stond bekend om zijn knap zilverwerk. Hij ontwierp unieke stukken voor de Wereldtentoonstelling van 1930, toen België 100 jaar werd. “Hij heeft zelfs Picasso geïnspireerd, door invloeden uit de Afrikaanse kunst, met zijn geometrische en organische vormen, te gebruiken in zijn ontwerpen. Mijn oom Robert was zijn zoon,” aldus Van der Haegen. “Hij ging samenwerkingen aan met onafhankelijke Europese ontwerpers waarvan de originele creaties in de winkel werden tentoongesteld.”
Ook al draagt hij niet de naam Ruys, Van der Haegen is wel degelijk de achterachterkleinzoon van die Jacobus Ruys – zijn moeder was de achterkleindochter. Maar hier houdt het op: “Er zijn 43 achterkleinkinderen van Raymond Ruys, maar de jeugd heeft andere levensverwachtingen.”
Kunstminnaar en kunstverzamelaar
Jean Van der Haegen volgde zijn oom op in 1995. “Voordien hielp ik al, onbezoldigd. Ik heb rechten gestudeerd, werkte eerst op het ministerie van economische zaken, tijdens de petroleumcrisis van 1973. Dan trok ik naar de nationale instelling voor radioactief afval en splijtstof in Mol. Maar ik ben ook altijd kunstminnaar en kunstverzamelaar geweest, dus toen de familie vroeg om de zaak over te nemen, heb ik dat gedaan. Weet je wat het probleem is: wanneer een zaak overgaat van vader op zoon, is er vaak weinig innovatie. Ik dacht wel het beter te kunnen doen dan mijn oom, maar je stapt in die schoenen en je zit vast. Ik moest in de winkel blijven, ik verkocht goed. En ik vervulde de droom van mijn grootvader.”
“We zijn traditionele juweliers gebleven. Met luxe-uurwerken zijn we na enkele inbraken gestopt, we hadden nochtans grote merken. We kunnen de delicate vensters hier niet vervangen. We verkopen goud, diamant, Italiaans design. 80% van de juwelen laten we zelf maken. We spelen architect en we gaan naar de vakman. Klanten komen vaak met een beeld van het internet en ze vragen om iets in die stijl te maken. Ik zoek dan de stenen uit – dat zie ik als mijn belangrijkste rol – en bespreek het ontwerp. Ik ben de tussenpersoon tussen de wensen van de klant en de ateliers.”
Digitale trein gemist
Of hij er nog van kan leven? “De situatie is moeilijk, er is nood aan investeringen, de online concurrentie neemt toe en de marges verkleinen. Ik heb de digitale trein gemist. Vijf jaar geleden kon ik hier dankzij subsidie van Vlaio een bediende in dienst nemen. Die hield zich onder andere met sociale media bezig, en toen gingen de zaken ineens beter. Na drie jaar is hij vertrokken.” Op deze manier verder werken, kan niet, beseft de uitbater. “We hebben geen onlineverkoop. Ik ben hier de gratis chatbot: mensen komen bij mij met vragen, ik geef advies en maak offertes, en dan kopen ze toch elders online. Ik sta bekend om mijn geduld. Ik help de mensen nu eenmaal graag.”
Wie zijn de klanten? “We hebben veel vaste klanten en slechts een klein deel toeristen, omdat hier weinig passage is. Er komen wel klanten via positieve reviews op Google en Tripadvisor. Zij komen vaak voor de grote gebeurtenissen in het leven: verloving, huwelijk, geboorte, jubileum… Die tradities zijn aan het veranderen, maar toch: verlovingsringen vormen zowat 60% van onze business.”
Wat was de beste beslissing die Jean Van der Haegen nam in die dertig jaar? “Mijn enige verdienste is dit pand met zijn interieur te laten klasseren. Financieel was dat een zotte beslissing, want nu is het moeilijker te verhuren. Maar dat is mijn fierheid.”