Winkelnota remt buitenstedelijke groei af
Sinds de invoering van de Ikea-wet moet er voor winkels met een oppervlakte vanaf 400 m² een socio-economische vergunning worden aangevraagd. De helft van de vergunningen gaat over inplantingen van nieuwe winkels, een kwart slaat op een uitbreiding en het laatste kwart over grondige verbouwingen of herbestemming van bestaande complexen.
In Vlaanderen werden in alle provincies – op Limburg na – minder aanvragen ingediend. Volgens topman Karel Van Eetvelt van kmo-organisatie Unizo is dit een gevolg van de Vlaamse Winkelnota, die aan lokale overheden oplegt om via stedenbouwkundige verordeningen en ruimtelijke uitvoeringsplannen duidelijk aan te geven waar nog winkels mogen komen.
Ook werd er iets strenger beoordeeld: 84% van de aanvragen kreeg een vergunning, tegenover nog 90% vorig jaar.
Leegstand in steden blijft probleem
Toch moet er volgens Van Eetvelt voor de daling van het aantal nieuwe grote projecten in Vlaanderen lang geen victorie worden gekraaid. De problemen in de stadscentra zijn niet verholpen: de winkelleegstand bedraagt er bijna 7%. De belangenorganisatie vindt dan ook dat er blijvend aandacht geschonken moet worden aan een kernversterkend beleid.
Globaal werd bovendien voor 600.000 m² aan winkeloppervlakte een vergunning afgeleverd, het hoogste cijfer in drie jaar en 8% meer dan in 2011. Ook hier is de toename alleen op het conto van Brussel en Wallonië te schrijven, al was dat voor Brussel vooral het gevolg van de vergunning voor het winkelcentrum Just Under The Sky.