Belgisch autopark vergrijst
Het Belgische autopark wordt met de jaren ouder. Lag de gemiddelde leeftijd van een auto tien jaar geleden op 7 jaar, 9 maanden en 18 dagen, dan was die vorig jaar al gestegen tot 8 jaar, 6 maanden en 5 dagen, zo blijkt uit cijfers van Febiac. Momenteel is 57% van de auto’s die in ons land rondrijden tweedehands aangekocht, tegenover 43% nieuw.
Dat verschil wordt ook jaar na jaar groter, zo blijkt uit een analyse van verzekeraar Axa België: vorig jaar betrof 71% van alle inschrijvingen een tweedehandse auto tegenover 29% voor nieuwe wagens. Nu al rijdt ruim 71% van de klanten van Axa rond met een tweedehandse wagen.
“De kwaliteit van de voertuigen is de laatste jaren stelselmatig toegenomen”, zegt Axa-woordvoerder Gianni Demuynck in De Standaard. “Ze gaan langer mee en vergen minder onderhoud. Constructeurs geven bovendien langere garantietermijnen, wat het vertrouwen van de koper versterkt.”
Constante instroom van bedrijfswagens
Al is er nog een belangrijke reden: de onophoudelijke instroom van leasingwagens. “Tweedehandse bedrijfswagens zijn een erg aantrekkelijk segment voor de particuliere klant”, zegt Gianni Demuynck. “Die wagens hebben weliswaar vaak een hoge kilometerstand – 80.000 à 100.000 kilometer is geen uitzondering – maar tegelijk zijn ze vaak voorzien van opties die anders niet binnen het budget van de klant zouden passen, als hij voor een nieuwe auto zou kiezen.”
Autofederatie Febiac bevestigt het groeiende succes van de occasiemarkt. “Die markt bedient een groot publiek dat geen nieuwe auto wil of kan kopen. Sommige mensen hebben gewoon niet de middelen voor een nieuwe auto, anderen willen niet de kopzorgen die zo’n nieuwe auto met zich brengt, het hartzeer bij de eerste bluts of kras. Ook veel jongere chauffeurs, die hun eerste auto kopen, begeven zich op de tweedehandsmarkt”, aldus nog Febiac-woordvoerder Joost Kaesemans.