De steden worden weer populair, wat zorgt voor opportuniteiten én uitdagingen. De oplossingen zijn te vinden in ‘smart cities’, waar technologie slim wordt ingezet, meent Pieter Ballon, VUB-professor én spreker op de RetailDetail Night.
‘Game changer’ op de RetailDetail Night
Hoe technologie onze steden leefbaar houdt en slimmer maakt, dat is het thema van het baanbrekende boek ‘Smart Cities’ van Pieter Ballon. Hij is directeur bij iMinds, waar hij verantwoordelijk is voor de Smart City-activiteiten in Vlaanderen en Brussel, en vertelt op de RetailDetail Night op 8 december hoe de ideale stad er binnen tien jaar uitziet.
Tip: Retail speelt er een vooraanstaande rol in! Zelf ontdekken hoe? Schrijf je nu in voor het voorprogramma ‘Game Changers’ en ontvang de boeken van de sprekers er gratis bij.
Digitale interactie zorgt ook voor meer fysieke interactie
De verstedelijking neemt weer toe. Het lijkt wat onlogisch in een geconnecteerde wereld, waar men overal toegang kan hebben tot technologie en het wereldwijde web, maar toch is de evolutie onmiskenbaar. Ballon: “Toen ICT opkwam, hoorde je allerlei theorieën dat iedereen in de toekomst zou telewerken, van thuis uit of zelfs ergens in een hutje. Maar net het omgekeerde gebeurt: de gestegen communicatie en interactie zorgt ook voor steeds meer fysieke interactie.”
Mensen willen steeds meer interactie, zeker nu ze het gewoon zijn om altijd ‘connected’ te blijven. “Technologie is geen substituut geworden voor interactie in de fysieke wereld; het versterkt elkaar. Door de vele nieuwe interactiemogelijkheden ontstaan netwerkeffecten: de productiviteit, creativiteit, sociaal contact en andere waarden die we hoog in het vaandel dragen stijgen.”
Handel is ontzettend belangrijk voor steden
“Het staat vast dat we door de technologie juist meer interageren en dat ook steeds meer opzoeken. Ook letterlijk, door fysieke nabijheid te willen”, legt Ballon uit. Steden zijn daar historisch dé plaatsen bij uitstek voor, dus het mag geen wonder heten dat ook nu hun aantrekkingskracht weer groeit. Die interacties brengen wel uitdagingen en problemen met zich mee: door fysiek dichtbij elkaar te gaan zitten, moet men de mobiliteit, veiligheid en leefbaarheid nauwgezet in het oog houden. Steden laten groeien en steeds beter laten worden, dat is het doel van ‘smart cities’.
Voor retail is alvast een cruciale rol weggelegd. “In oorsprong zijn steden ontstaan op plaatsen waar het veilig was, maar belangrijker nog: op handelspunten. Handel is één van de eerste basisvormen van interactie tussen mensen.” Aan handel hangen ook heel veel andere interacties vast, ziet de professor: het is een bron van sociaal contact, het is een moment om dingen te ontdekken, het brengt inspiratie en nog zoveel meer. “Handel is ontzettend belangrijk, dat is historisch zo, maar dat is vandaag nog net zozeer het geval.”
Stadsbeleving is grootste troef voor retail
Retail in de steden houden, is dus een duidelijke opdracht voor elke stad. “Die interacties versterken, onder meer door handel in stand te houden, dat moeten ‘smart cities’ doen.” Technologie is daar volgens de auteur een belangrijk instrument voor, maar het is niet het enige: “Technologie is een hulpmiddel om een comfortabele, veilige, diverse en efficiënte beleving te creëren in de stad. Maar je moet altijd het hele plaatje bekijken en vertrekken vanuit de uitdagingen die zich stellen, niet technologie om de technologie.”
Om als stad aantrekkelijk te blijven op het gebied van handel, moet je bijvoorbeeld een hele stadsbeleving uitwerken. “Je moet én inzetten op comfort, én op ervaring én op efficiëntie”, meent Ballon. “Anders kunnen stadscentra nooit opboksen tegen winkelcentra en tegen online.” De grootste troef die een stad immers heeft, is de mogelijkheid om een volledige ervaring te bieden. “Mensen die komen winkelen, kunnen ook een terrasje doen. En ze krijgen de kans om nieuwe winkelstraatjes te ontdekken. Dat kuieren en ontdekken, is iets wat je kan stimuleren als stad.”
Winkelier moet real-time data beschikbaar stellen
Wat retailers kunnen doen om hun eigen aantrekkelijkheid te vergroten, is die slimme technologie zelf ook ‘slim’ inzetten. “Heel veel technologieën die we nu ‘smart’ noemen, zijn erop gericht om informatie beter deelbaar te maken. Het gaat dan om heel wat informatie die tot nu toe niet vaak gebruikt wordt, of toch zeker niet in fysieke winkels”, aldus Ballon.
De mogelijkheden zijn talrijk; de universiteitsprofessor onderscheidt zelfs meerdere schillen. “De eerste schil is dat de klant precies wil weten wat de winkel te bieden heeft, wat er in voorraad is, welke acties er lopen, enzovoorts. De tweede schil beantwoordt vragen die ook over de mobiliteit gaan: Waar is het precies? Hoe geraak ik er? Kan ik er parkeren?”
Als derde schil benoemt Pieter Ballon de mogelijkheid om consumenten volledige transparantie te bieden in het aankoopproces. “Als ik iets ga kopen, wil ik kunnen vergelijken. De prijs, de kwaliteit en noem maar op. En dan is er nog het praktische nadien: mensen willen misschien graag bezorging aan huis, zeker na een druk winkeldagje in de stad.”
Op al die aspecten van de beleving wordt het van steeds groter belang om als stad en als handelaar – liefst samen – heel veel info te verzamelen, die meteen ter beschikking kan worden gesteld van de consument.
Autovrije binnenstad of gratis parkeren?
Eén pasklaar recept voor de ideale stad van de toekomst bestaat echter niet. Elke stad moet zijn eigen keuzes maken, maar “Dat is niet makkelijk, er is niet één oplossing. Niemand heeft het ook al perfect onder de knie.” Dat er bijvoorbeeld nog veel discussie en weinig overeenstemming bestaat over de vraag of auto’s al dan niet uit het straatbeeld moeten verdwijnen, is volgens Ballon normaal. “Het komt er op aan testprojecten op te zetten. Ik geloof sterk in het belang van proeftuinen, want alleen door te testen zie je echt wat er speelt en kan je verdere verbeteringen aanbrengen.”
Terug naar het voorbeeld van het parkeren in de binnenstad: “In Kortrijk hebben ze bijvoorbeeld shop & go-parkeren ingevoerd. Op die plaatsen kan je met de wagen 30 minuten staan, met behulp van sensoren die de tijd registreren. Een goed idee, maar op langere termijn zullen ze daar ook nog andere dingen aan moeten koppelen, want je wil toch ook dat mensen de stad verder ontdekken en van de horeca gebruikmaken?”
Nooit overbluffen met technologische snufjes
Eén rode draad ziet Ballon wel: alles moet vertrekken vanuit de consument. “Je mag de mensen nooit overbluffen met technologische snufjes en mogelijkheden. De domste proeftuin is een stadscentrum waar je één stap binnenzet en meteen overladen wordt met berichtjes. Dan denkt die shopper niet meer aan winkelen, maar nog maar aan één ding: hoe geraak ik hier weg?”
“Houd altijd in gedachten dat het aan de consumenten is om op zoek te gaan, om aan te geven wat ze nodig hebben. Je moet ervoor oppassen dat mensen nooit het gevoel krijgen dat ze als ratten zijn die in een laboproef losgelaten worden.”
Iedereen heeft z’n verantwoordelijkheid
Dat het van een ideale stad snel kan verglijden in een gevaarlijke en beangstigende nachtmerrie, ziet Ballon maar al te goed in: “We hebben allemaal een verantwoordelijkheid om erover te waken dat de technologie op een goeie manier wordt aangewend en dat het de juiste kant blijft uitgaan.”
Burgers en consumenten moeten zich ten eerste zelf ook bewust zijn van de gevolgen als ze iets toelaten of downloaden, aldus Ballon. “Het vergt een zekere geletterdheid rond privacy in de technologische wereld. Sensibilisering en onderwijs hierover is dus heel belangrijk.”
Ten tweede moeten bedrijven zelf zeker ook inzien dat het geen enkel nut heeft om mensen te beginnen stalken. “Dat breekt ze enkel zuur op. Zo jagen ze de consument alleen maar weg, en het zal ze duur te staan komen.”
De overheid moet, ten derde, niettemin een aantal basisregels vastleggen. Dat gaat dan om privacywetgeving, maar het gaat nog verder dan dat. “Mag het bijvoorbeeld dat een routeplanner mensen altijd langs een bepaalde plek zou sturen, louter omdat die locatie daarvoor betaald heeft?” Het gaat ook om de vraag wat men nu juist doet met de data. Volgens de auteur moet dat wel best gebeuren in dialoog met de bedrijven: “Je kan het niet enkel in regels en verboden vatten, samenwerking en gesprek kan veel meer opbrengen.”
’Smart City’ gaat over heel tastbare dingen
Als Smart City-ambassadeur in Brussel ziet Ballon dat er helaas nog veel achterdocht en onwetendheid is rond het gebruik van technologie in steden. “Smart City gaat over heel tastbare, heel dagelijkse dingen. De bedoeling is om naar die uitdagingen, met behulp van ICT, op een verfrissende manier te gaan kijken.”
Mensen bewust maken en die boodschap brengen, is dan ook zijn eerste taak als ambassadeur. “Daarom spreek en schrijf ik erover, net zo goed voor lokale handelaars als voor toeristen en voor de stad zelf.” Ook is de professor bezig met een aantal concrete projecten op te zetten, waarvoor de dossiers in voorbereiding zijn. “We mogen niet vergeten dat Brussel een belangrijke internationale plaats is. Ook dat biedt veel mogelijkheden.”