Nu de meeste winkels gesloten zijn, worden ook de winkelcentra geconfronteerd met retailers die de huur niet langer willen of kunnen betalen. De eigenaars en beheerders pleiten voor overleg, maar wijzen “dreigend eenrichtingsverkeer” af.
“Bereid om te praten”
Retailers zijn zwaar getroffen door de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus, maar dat geldt ook voor de beheerders van winkelcentra, zegt de BLSC (de Belgisch-Luxemburgse Raad voor Winkelcomplexen) in een communiqué. De meeste leden van de sectororganisatie zijn bereid om te praten over de vraag van retailers om de huur tijdelijk op te schorten of uit te stellen: maatgerichte, flexibele en evenwichtige regelingen zijn mogelijk, “voor zover dit voor de continuïteit van de verhuurder haalbaar is.” Net als de retailers hebben de vastgoedeigenaars en -ontwikkelaars immers een pak verplichtingen: aflossingen en rentes, personeel, investerings- en onderhoudskosten…
Verschillende retailers verwijzen naar een partnerschap met hun verhuurder en zijn dus bereid een billijke dialoog aan te gaan, maar de vragen zijn niet altijd even constructief: “De BLSC betreurt dat een aantal retailers, vaak gerenommeerde internationale en nationale spelers, hun verhuurders het mes op de keel proberen te zetten via eenzijdige brieven waarin zij opschorting van de huurbetalingen meedelen maar ook aanpassingen van de huur vragen na de crisis. De benadering van veel van die brieven is niet die van overleg, maar van dreigend eenrichtingsverkeer.”
Oplossingen moeten voor beide partijen haalbaar zijn, benadrukt het persbericht. Samen met de Beroepsvereniging van de Vastgoedsector (BVS) ijvert de BLSC voor bijkomende steunmaatregelen vanwege de overheid, zoals een vermindering van de onroerende voorheffing en taksen op commercieel vastgoed. Ook de kredietinstellingen hebben hierin een belangrijke rol te spelen, vinden BLSC en BVS.