In een lijvig rapport stellen drie mobiliteitsdeskundigen dat de Vlaamse regering de impact van het Uplace-project op het verkeer in en om Machelen ook in het nieuwe Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan blijft onderschatten.
Geen rekening gehouden met ‘filezwaarte’
“Ook in de nieuwe vaststelling van het GRUP VSGB op 20 januari 2016 en de bijkomende mobiliteitsvoorwaarden die hierin voorzien werden, blijft de Vlaamse regering de mobiliteitsimpact van het Uplace-project in Machelen systematisch onderschatten.” Dat stellen Dirk Lauwers (UGent), Kobe Boussauw (VUB) en privéconsultant Ward Ronse in een rapport dat persbureau Belga kon inkijken. Dat rapport werd voor een goed begrip opgesteld in opdracht van de stad Vilvoorde, die het opnam in haar beroep bij de Raad van State tegen het nieuwe Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan.
In het vermelde besluit verwijst de Vlaamse regering onder meer naar een nieuwe studie van het Vlaams Verkeerscentrum, die stelt dat het aantal auto’s door de komst van Uplace volgens deze studie slechts in beperkte mate zal toenemen. Die stelling zegt volgens de drie mobiliteitsdeskundigen echter niets over de filezwaarte (de duur van de files vermenigvuldigd met de lengte ervan), en die zal naar verwachting veel sneller stijgen dan het aantal auto’s.
Ook de modelberekening, volgens dewelke 21% van de Uplace-bezoekers met het openbaar vervoer zal komen, klopt volgens de mobiliteitsdeskundigen niet. Het Vlaams Verkeerscentrum baseert zich daarbij op de gang van zaken bij shoppingcentra zoals dat van Woluwe, maar die zijn “veel makkelijker bereikbaar met het openbaar vervoer dan Uplace”, zo stellen de drie onderzoekers.
Nieuw milieueffectenrapport nodig
Dirk Lauwers, Kobe Boussouw en Ward Ronse pleiten daarom voor een nieuw milieueffectenrapport, waarin de mobiliteitseffecten grondig bestuurd en correct in beeld gebracht worden. Zo dient het effect op de filezwaarte berekend te worden niet alleen voor de snelwegen, maar ook voor het onderliggende wegennet in de ruime regio rond Machelen.
Zij pleiten ook voor een maatschappelijke kosten-batenanalyse waarin de kost van de geplande publieke investeringen in infrastructuur en openbaar vervoer en de bijkomende externe kosten veroorzaakt door het aangetrokken verkeer gekwantificeerd worden en afgewogen ten opzichte van de economische baten van Uplace op basis van het netto aantal bijkomend gecreëerde jobs.
Vilvoorde is lang niet de enige die naar de Raad van State is getrokken. Ook steden als Haacht, Leuven en Mechelen, alsook organisaties als Unizo en Bond Beter Leefmilieu, zetten hun juridische strijd tegen Uplace voort.