Uit onderzoek van de Economische Inspectie blijkt dat liefst 96,5% van de kledingwinkels de regels over prijsaanduidingen en prijsverminderingen tijdens de soldenperiode naleeft. Amper veertien gecontroleerde bedrijven gingen in de fout.
Vijf inbreuken, negen misleidingen
Van juli tot september 2016 controleerde de Economische Inspectie zo’n 400 mode-, schoenen- en lederwarenwinkels om na te gaan of ze de regels inzake prijsaanduiding en kortingen wel naleven. De resultaten van het onderzoek zijn positief: slechts bij veertien ondernemingen is een probleem vastgesteld. Vijf handelaars maakten inbreuken op de prijsaanduiding: drie winkels kondigden solden aan buiten de wettelijk vastgelegde periode, twee verkochten producten in solden die ze niet verkochten in de voorafgaande periode van minstens dertig dagen.
Negen ondernemingen hadden met de prijzen en prijsverlagingen ‘gefoefeld’: zes kledingzaken en drie schoenenwinkels. Er was sprake van een referentieprijs die niet eerder van toepassing was, dubbelzinnige prijsverminderingen of moeilijkheden voor de consument om de uiteindelijke prijs te berekenen.
“Geruststellend” ondanks grotere vrijheid
“De resultaten zijn geruststellend. Het ontkracht een gevoel dat soms leeft dat de misleiding is toegenomen sinds de afschaffing van de preciezere regels rond de aankondiging van kortingen”, zegt minister van consumentenzaken Kris Peeters. “De inspectie zal blijven controleren in de toekomst, om zeker te zijn dat de goede resultaten worden aangehouden of zelfs nog worden verbeterd.”
De wet op de marktpraktijken en de consumentenbescherming werd in 2015 aangepast na een uitspraak van het Europese Hof voor Justitie. Dat oordeelde dat de precieze Belgische regels in strijd waren met de Europese. Sindsdien hebben handelaars een grotere vrijheid om prijspromoties te voeren, maar ze mogen de consument op geen enkele manier misleiden.