De stem van de Europese retailsector toont zich een sterke pleitbezorger van een gelijk speelveld voor alle retailers. Algemeen directeur Christian Verschueren van EuroCommerce maakt zich zorgen over het opkomende protectionisme.
Gelijke wapens
In een snel veranderende wereld is het geen wonder dat digitale transformatie hoog op de agenda staat van EuroCommerce, de organisatie die de belangen van de retailbranche verdedigt op Europees niveau. De organisatie pleit voor een wetgevend kader dat de digitale transformatie van de retailsector vergemakkelijkt, zonder discriminatie tegenover bedrijven die enkel fysieke winkels hebben enerzijds, of die pure onlinespelers zijn anderzijds, verklaart algemeen directeur Christian Verschueren.
“Dat gaat over uiteenlopende aspecten zoals fiscaliteit, sociale wetgeving of milieuvereisten. Denk aan de terugnameplicht voor elektrotoestellen. We willen dat retailers met gelijke wapens kunnen vechten. Om een voorbeeld te geven: in sommige Europese landen bestaat er een taks op het aantal vierkante meter verkoopoppervlakte – een taks die onlinespelers dus niet hoeven te betalen.”
EuroCommerce vertegenwoordigt in principe alle retailers, benadrukt Verschueren: “Retailers zijn heel divers in grootte, formaat, assortiment, kanaal, businessmodel… En velen gaan nu omnichannel, wat ook hun oorsprong is. Neem nu bedrijven als Otto, Tesco of Amazon. Ze zijn de Europese leiders in e-commerce, maar ze hebben wel een heel verschillende achtergrond: de ene komt uit de postorderwereld, de andere is een klassieke food en general merchandise retailer, en de derde een pure onlinespeler. Onder onze leden vind je veel grote retailers, die vaak uit de food komen of een traditionele achtergrond hebben. Maar ook met de grote online retailers zijn we in gesprek. Emota en E-commerce Europe, twee specifieke brancheverenigingen voor e-commerce, zijn al lid van EuroCommerce.”
Digitale eenheidsmarkt
Eén van de discussiepunten in de sector is het zogenaamde ‘geoblocking’, of het opwerpen van digitale grenzen waardoor de toegang tot webshops in andere landen wordt verhinderd. In grote lijnen steunt EuroCommerce het uitgangspunt van de consument, die in staat wil zijn om over de grenzen te kopen, en om dus ook de webshops te bezoeken van bijvoorbeeld Ikea Duitsland of Zara Frankrijk, al woont hij niet in die landen.
“In veel gevallen is dat geen probleem. Als je vanuit België naar de Albert Heijnwebsite surft, dan word je wel gedirigeerd in de richting van de Belgische website, maar je hebt ook de kans om de Nederlandse website te bezoeken. Wel kunnen retailers bepaalde diensten beperken, zoals leveringen, betaalmiddelen of een gepast assortiment. Ze passen die diensten immers aan de specificiteit van iedere markt aan”, verklaart Verschueren.
“Je kunt retailers er niet toe verplichten om overal te leveren. Dat ze beperkingen mogen inbouwen inzake betalingsverkeer en leveradressen lijkt ons maar normaal. Het is dus streven naar de goede balans: enerzijds willen we ook in de digitale wereld de voordelen van de eenheidsmarkt behouden, anderzijds moeten retailers toch de vrijheid krijgen om hun afzetgebied te bepalen. Als een retailer enkel in België of zelfs Vlaanderen actief wil zijn, dan moet dat kunnen. Het is zo voor winkels, dan moet dat ook zo zijn voor webshops.”
Een andere discussie gaat over de restricties die fabrikanten soms opleggen aan hun distributeurs, de territoriale inkoopbeperkingen. “Soms bestaan er grote prijsverschillen tussen Europese landen en retailers willen graag de mogelijkheid hebben om daar gebruik van te maken. Nu, we begrijpen dat het zakenmodel van de zogenaamde ‘selectieve distributie’ belangrijk kan zijn voor kleinere winkeliers. Vroeger was het gangbaar dat een merk een bepaalde winkel exclusiviteit bood in z’n marktgebied. Je ziet dat bijvoorbeeld in de sector van de luxemerken. Maar in de onlinewereld vallen de grenzen weg en zijn die beperkingen nog moeilijk houdbaar. Het gaat over de ‘freedom to sell’ en de ‘freedom to buy’. Sommige retailers willen op dit vlak graag alle remmen los, andere zouden graag sommige exclusiviteiten bewaren. Deze discussie ligt nog open.”
Discriminerende taxaties
Zorgwekkend vindt Christian Verschueren de opkomst van protectionisme in Europa en in de wereld. “Deze evolutie is zeer nadelig voor internationale retailers. We zagen de trend enkele jaren geleden opduiken in Hongarije, en er kwam snel navolging in Tsjechië, Roemenië, Bulgarije en Polen. In deze landen maakt men buitenlandse retailers het leven zuur door discriminerende taxaties en overdreven controles. We hebben daarover verschillende klachten ingediend bij de Europese Commissie. Dit kunnen we niet aanvaarden, het gaat in tegen de principes van de eenheidsmarkt.”
Op wereldvlak zie je na de aanstelling van Donald Trump gelijkaardige evoluties. Handelsakkoorden worden op de lange baan geschoven of gewoon afgeschaft. Ook hier komt protectionisme sterker op. Ten onrechte, volgens EuroCommerce. Ook zonder dwang verkiezen retailers doorgaans korte ketens en bevoorraden ze zich graag lokaal, zeker voor verse producten. Maar je mag dat als regering niet opleggen, vindt Verschueren.
“De concurrentie moet kunnen spelen. Het is bovendien geen verhaal van west tegenover oost. Kijk naar Polen: dat land heeft een sterke modernisering doorgemaakt in zijn voedingsindustrie, waardoor onder andere gevogelteproducten en zuivel beter én goedkoper zijn geworden in Polen. In Tsjechië is dat niet gebeurd. Het gevolg is dat meer Tsjechische retailers zich in Polen gaan bevoorraden. Dat is de markt die speelt. Die eenheidsmarkt is goed voor de industrie én voor de consument. We blijven ze dan ook verdedigen. In de textielsector bijvoorbeeld gebeurt nog slechts 7% van de productie in Europa. Maar daarover moeten we niet klagen. Het heeft ook tot gevolg dat ons we goedkopere kledij en schoenen kunnen aanschaffen.”
Harde Brexit
Hoe schat EuroCommerce de gevolgen van de Brexit in voor de retailsector? “Het hangt ervan af waar je je bevindt. Voor de Britse retailers heeft de Brexit op korte termijn hogere prijzen tot gevolg, omdat het pond in waarde daalt. Voor de Britse export kan die dalende munt juist een voordeel zijn.”
Intussen is duidelijk geworden dat Groot-Brittannië opteert voor een zogenaamde ‘harde’ Brexit, met alle gevolgen van dien. “De bestaande nultarieven zullen niet meer gelden. We moeten nieuwe handelsakkoorden afwachten. Zoals met andere landen zullen we wellicht opnieuw douaneheffingen krijgen. Voor retailers op het continent zal er dus een impact zijn op de bevoorradingsketen. Er dienen zich ook andere vraagstukken aan. Neem een retailer als Ikea: die hebben enkele duizenden expats in het VK. Wat wordt hun statuut? Hier heerst onzekerheid. Wat we vooral erg vinden, is het verlies van het VK als een politieke medestander in het streven naar minder regels.”
Faire handelsrelaties
“Zeer belangrijk vinden we het onderwerp van de commerciële relaties tussen foodretailers en hun leveranciers, zowel de landbouwers als de merkfabrikanten. De grote discussie gaat erover of er op dit vlak wetgeving nodig is of niet. In België bijvoorbeeld is er geen wetgeving, wel een ketenoverleg dat zeer goed functioneert. Als er één land géén Europese wetgeving nodig heeft op dit vlak, dan is het België wel. Er is een voortdurende dialoog tussen de partners. Soms zijn er wel eens conflicten en is er druk op de partner die zich bezondigt aan oneerlijke handelspraktijken. Maar door dialoog worden die oneerlijke praktijken rechtgezet. Dat werkt uitstekend. ”
Op Europees niveau wil EuroCommerce dezelfde richting uit, met het Supply Chain Initiative. “Wij willen geen onnozele en rigide regels. Regelgeving leidt vaak tot bureaucratie en efficiëntieverlies en dus kost. Moeten betalingstermijnen en negotiatieperiodes echt wettelijk worden vastgelegd? Moeten de bijdragen aan promotie-acties echt door regeringen worden geregeld? Je krijgt alleen maar een meer gespannen klimaat tussen de handelspartners. In het VK geldt er een wettelijke code voor de tien grootste retailers, maar die wordt soepel gehanteerd, door een slimme en snelle handeling van de code adjudicator zelf.”
Jammer genoeg heeft de landbouwsector afgehaakt, constateert Verschueren. “We begrijpen de moeilijkheden die landbouwers ondervinden en we willen hen graag helpen om zich beter aan te passen aan een marktgeoriënteerde sector. In België is men al tot overeenkomsten gekomen voor melk en varkensvlees. Maar aan een strakkere wetgeving is er volgens ons geen nood. In tegendeel, zo’n wetgeving zou eerder de grote multinationals beschermen dan de boeren. En eerlijk gezegd, die grote bedrijven zijn mans genoeg om op eigen kracht met de retailers te onderhandelen.”